Uitspraak
Procesgang
Beoordeling
Beslissing
gedeeltelijk toeen gelast de tenuitvoerlegging van de bij arrest van dit hof van 5 april 2019 onder parketnummer 23-003726-17 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van
2 (twee) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 juni 2020 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De veroordeelde, geboren in 1979, was eerder veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De voorwaarde was dat hij zich gedurende de proeftijd diende te melden bij Reclassering Nederland en zich aan de aanwijzingen van de reclassering moest houden. De advocaat-generaal heeft op 4 juni 2020 een schriftelijke vordering ingediend, waarin werd verzocht om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, omdat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden.
Tijdens de openbare terechtzitting zijn de advocaat-generaal en een deskundige van de reclassering gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde zijn afspraken met de reclassering niet is nagekomen, wat blijkt uit het advies van de reclassering en de toelichting van de deskundige. De veroordeelde heeft zich niet open opgesteld en heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn dagelijks leven. Gelet op deze omstandigheden en op basis van artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht, heeft het hof besloten om de tenuitvoerlegging van twee maanden van de gevangenisstraf te gelasten, terwijl het overige deel van de gevangenisstraf niet ten uitvoer wordt gelegd. Dit biedt de veroordeelde de kans om alsnog volledig mee te werken aan het reclasseringstraject en het recidiverisico te beperken.
De beslissing is genomen door de rechters A.E. Kleene-Krom, W.M.C. Tilleman en M. Senden, en is uitgesproken in aanwezigheid van griffier A.N. Biersteker.