Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.HANDICARE GROUP AB,
HANDICARE STAIRLIFTS B.V.,
1.HANDICARE GROUP AB,
HANDICARE STAIRLIFTS B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep in een geschil tussen een fabrikant van trapliften en een leverancier van vlakstellingsmotoren. De voorzieningenrechter had eerder een bevel gegeven aan de leverancier om de motoren te leveren. De fabrikant, aangeduid als [appellante], stelde dat het onaanvaardbaar was dat de leverancier aan haar contractuele leveringsplicht werd gehouden. Het hof oordeelde dat er voorshands onvoldoende grond was om aan te nemen dat het onaanvaardbaar was om de leverancier aan deze verplichting te houden. De grieven van de fabrikant werden deels afgewezen, en het hof vernietigde enkele eerdere vonnissen, maar bekrachtigde ook andere delen. Het hof concludeerde dat de leverancier geen beroep op opschorting toekwam en dat de leverancier niet misbruik maakte van haar recht om nakoming te verlangen. Het hof oordeelde dat er geen spoedeisend belang meer was bij het bevel tot levering, en vernietigde het eerdere vonnis in die zin, maar bekrachtigde de proceskostenveroordeling tegen de fabrikant. De zaak omvatte ook een tweede kort geding, waarin de leverancier haar eis had vermeerderd, maar het hof oordeelde dat er geen spoedeisend belang meer was bij die vordering. Uiteindelijk werd de fabrikant veroordeeld in de proceskosten van zowel het principaal als het incidenteel appel.