Uitspraak
Mr. P.R. DEKKERin zijn hoedanigheid van door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder van [A] ,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[B] ,
mrs. J.P.P. Latouren
D.A.Q. Willemse, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J.E. Stam, kantoorhoudende te Naarden.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
Door jou is er zeker al 5 ton van de waarde weggegooid wat ik vooral jou ga aanrekenen. 108.000 belasting bij activadeal, 88.000 Boete rente ING, grond weg gegeven, ver onder waarde, Dekker V Hussen en de andere opvreters minstens 2 ton dan de ergste opvreter Flynth/ [I][noot Ondernemingskamer: Flynth Deal Advies, de bij de verkoop betrokken adviseur]
voor zeker 1 ton, etc…Ik kom achter jullie aan en laat het uitzoeken tot de laatste cent. Ik ga er vanuit dat Dekker & Co 1 juli opgedonderd zijn!! Ik heb het onderzoek laten doorgeven voor 1 juli, het onderzoeksbureau is op de hoogte!”
“(…) Natuurlijk zit ik vol vragen, maar Ruud Dekker wacht erop dat ik die stel om zo een reden te hebben (bemoeienis met de verkoop) om Flevosap/VFG (bij voorkeur zo goedkoop als mogelijk) aan [F] te kunnen verkopen, vandaar mijn stilte. In normale omstandigheden zou ik u hebben gevraagd naar het verloop van het verkoopproces, dus hoelang heeft Flevosap/VFG op Brookz gestaan.., ik zou u dan ook hebben gevraagd naar de inhoud en n.d kwaliteit van het verstuurde informatie memorandum, evenals de tijd die geïnteresseerden van Deal Advies hebben gekregen om hun bod neer te leggen, erg van belang in deze Coronatijd en zo meer vragen. Deze vragen zou u begrijpen, we willen tenslotte allemaal voorkomen dat er b.v. vier biedingen zouden liggen die qua hoogte alle vier in dezelfde lijn zouden liggen en stel dat 1 v.d. partijen, die zelf ook een bod heeft neergelegd, dit zou weten zodat hij dan dus door deze voorkennis dan zijn eigen bod daarop aan zou kunnen passen.. Ik zou u dan ook gevraagd hebben hoe nu verder, dus of er gesprekken gevoerd gaan worden tussen partijen met beide broers? Het gezamenlijk doel is immers dat de VFG voor beide broers zoveel geld als mogelijk opbrengt. Ik zou u in normale omstandigheden ook hebben gevraagd welke notaris, bij de volgende ronde de dichte, (bieding) enveloppen in ontvangst neemt, etc. Vragen ten over. Voor nu voor ons maar even wachten met vragen stellen, na verkoop komt er een onderzoek, dan komen al onze vragen wel aan bod. Zoals de rol van [I] in dit verhaal, het voorraadverschil, vragen over het jarenlange in-wegboeken van posten op [B] zijn RC (eerst op aanwijzen v. [F] en nu op aanwijzen van Ruud Dekker), over het verdienmodel van Flynth (slechte advisering om daarna aan de chaos weer te kunnen verdienen), etc. Ik u stel mijn vragen dus niet, die worden na verkoop wel beantwoord.
Na vandaag gesproken te hebben met de partij die, na uw vertrek, de verkoop en uw (erg kostbare) bestuurlijke “vaardigheden” gaat controleren/onderzoeken, hebben we op voorhand al een paar vragen aan u. Het gaat hier over de privé persoon [B] , die mag in privé voor zijn rechten opkomen. U weet dat wij, naast gesprekken met (strafrecht) advocaten, inmiddels ook de politie (voor o.a. diefstal (nu alleen nog van [F] )/smaad/laster) bij deze zaak hebben betrokken. (…) Het is toch op zijn minst vreemd te noemen dat u (zelfs met goedkeuring van de OK) alles mag doen, maar dhr. [B] daar niets over mag zeggen. We kwamen tot de conclusie dat u dus weet dat u er een potje van maakt, maar u zich verschuild achter de boete oplegging om uw gedrag te verdoezelen. Daar zullen straks de “normale” rechters zich wel over buigen. (…) Graag zouden we ook de reden willen weten waarom Dhr. [B] niet mee mag bieden op zijn eigen bedrijf. (…) Door dhr. [B] uit sluiten van koop, overtreed u de wettelijke regels. Graag dus de werkelijke reden waarop deze uitsluiting is gebaseerd. (…) Wettelijk mag u dhr. [B] zijn bedrijf/bezit niet afpakken. U zegt; ik verkoop, dus dat is geen afpakken. Wij hebben a.d.h.v. de cijfers de verkoop opbrengst berekend, mocht u daar niet ongeveer op uit komen dan is het afpakken bezit en bent u strafbaar bezig. We wachten dus af waarvoor[Flynth]
Deal Advies de VFG verkoopt. U begrijpt dat wij meekijken met het verkoopproces, we hebben al een paar punten geconstateerd waarmee u de fout ingaat, maar dat vindt u niet erg, we weten allemaal dat na uw vertrek[Flynth]
Deal Advies hiervan straks toch de schuld krijgt.”
en de kosten hiervan doorberekenen aan u.”
“Het behoeft geen toelichting dat ik op deze wijze in ernstige mate wordt belemmerd in de wijze waarop ik de door u aan mij opgedragen werkzaamheden kan uitvoeren. Ik moet u bekennen dat ik in mijn lange carrière nog niet eerder iets vergelijkbaars heb meegemaakt. Ik heb deze kwestie inmiddels ook gemeld bij de afdeling Compliance van Flynth en thans wordt onderzocht in hoeverre ik de door u opgedragen werkzaamheden al dan niet kan voortzetten. In het geval deze afdeling tot de conclusie komt dat dat niet kan, zal ik helaas mijn opdracht aan u moeten teruggeven.”In zijn reactie van 16 mei 2020 heeft Dekker aan [J] bericht dat hij stappen zal zetten om verdere hinder vanuit [B] en [H] zoveel als mogelijk te voorkomen en erop aangedrongen dat Flynth de opdracht van Food Group zal blijven uitvoeren.
3.De gronden van de beslissing
“opgedonderd zijn”,“
opvreters” waar het Van Hussen, Flynth en Dekker betreft), [F] aan het twijfelen wordt gebracht om zijn bod op de onderneming gestand te doen. Ook het aankondigen van een onderzoek kan dat tot gevolg hebben, omdat het binnen deze context niet zozeer gaat om het aankondigen van een legitiem onderzoek maar, gezien ook de toevoeging “
ik kom achter jullie aan en laat het uitzoeken tot de laatste cent”, als een aankondiging aan (onder andere) [F] om het hem als mogelijk toekomstig eigenaar zo lastig mogelijk te maken. Dat kan de verkoop frustreren of bemoeilijken. Dat [B] dit WhatsApp-bericht “van broer tot broer” heeft geschreven maakt dat niet anders. Daarnaast bevat dit WhatsApp-bericht uitingen die als bedreigend of lasterlijk jegens Dekker kunnen worden aangemerkt, zoals de zinsnede “
ik kom achter jullie aan en laat het uitzoeken tot de laatste cent” die, gezien de meervoudsvorm “jullie”, kennelijk ook aan Dekker is gericht. Dekker stelt zich daarom op goede gronden op het standpunt dat [E] met dit bericht tweemaal een bepaling in de Beschikking hebben overtreden zodat twee afzonderlijke dwangsommen zijn verbeurd. Daarmee is het betoog van [E] dat met één handeling (waarbij één WhatsApp-bericht kennelijk één handeling is) niet twee dwangsommen verbeurd kunnen zijn verworpen: dat miskent immers dat een bericht (zoals het onderhavige) verschillende onderwerpen kan aansnijden en tot verschillende personen kan zijn gericht, waardoor verschillende verboden kunnen zijn overtreden.
waarom Dhr. [B] niet mee mag bieden op zijn eigen bedrijf” en de opmerking dat Dekker de wettelijke regels overtreedt door hen uit te sluiten van verkoop, kan naar het oordeel van de Ondernemingskamer dan ook worden opgevat als handelen door [E] via [H] in strijd met de op [E] rustende verplichting, te gehengen en gedogen dat zij zijn uitgesloten van het verkooptraject (Beschikking onder b). Daarnaast bevat de e-mail taal die jegens Dekker als bedreigend of lasterlijk kan worden gekwalificeerd, onder meer door te suggereren dat hij de regels overtreedt en een strafbaar feit pleegt als hij de onderneming verkoopt voor een lager bedrag dan “wij” (kennelijk: [H] en [B] ) hebben berekend en dat de “normale” rechters zich wel over zijn gedrag zullen buigen. Dat is in strijd met de in de Beschikking onder d opgenomen verplichting zich te onthouden van elke uitlating of gedraging die kan worden aangemerkt als bedreigend of lasterlijk jegens Dekker. Ook hier hebben [E] dwangsommen verbeurd.
navraag naar de interne klachtenprocedures bij de kantoren van de beroepsbeoefenaars” betreffen dan daadwerkelijke tuchtrechtelijke klachten. Overigens heeft een beroepsbeoefenaar die achter zijn eigen handelen staat van een tuchtklacht niets te vrezen, menen zij.
escrowwordt geplaatst de draagkracht van de onderneming niet buiten beschouwing kan blijven. In dit stadium bestaat in dat laatste onvoldoende inzicht.
het besluit van Dekker om [E] uit te sluiten als kandidaat voor de overname van de onderneming, een verstrekkend besluit is omdat Food Group een familiebedrijf is, opgericht door de ouders van [F] en [B] , waaraan [F] en [B] lange tijd samen leiding hebben gegeven”. In rov. 3.12 onder a tot en met f is vervolgens uiteengezet dat en waarom het gedrag van [E] , in het bijzonder het van aanvang af nalaten te handelen in het belang van de vennootschap en het op diverse manieren bemoeilijken van het werk van de achtereenvolgende door de Ondernemingskamer benoemde tijdelijk bestuurders, niettemin tot afwijzing van hun verzoek noopt.