Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
MB Stichting,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Amsterdam bestraft louche woningbemiddelaar
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een advocaat, [naam maatschap], in het kader van een geschil met haar cliënt, MB Stichting. MB is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin haar vorderingen tegen [naam maatschap] waren afgewezen. De kern van het geschil betreft de vraag of [naam maatschap] haar zorgplicht heeft geschonden door MB niet te wijzen op het risico van verjaring van haar vordering. MB had in 2008 een last onder dwangsom opgelegd gekregen van de gemeente Amsterdam en had [naam maatschap] ingeschakeld voor juridische bijstand. De rechtbank oordeelde dat [naam maatschap] niet tekort was geschoten in haar zorgplicht, omdat MB had meegedeeld dat er een aansprakelijkstelling was gedaan door haar vorige advocaat, mr. [advocaat A]. Het hof bevestigt dit oordeel en stelt dat [naam maatschap] niet op eigen initiatief een stuitingsbrief hoefde te versturen, aangezien zij geen reden had om te twijfelen aan de informatie die zij van MB had ontvangen. Het hof oordeelt verder dat de opschorting van werkzaamheden door [naam maatschap] gerechtvaardigd was, omdat MB haar betalingsverplichtingen niet nakwam. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van MB af.