Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
supplier application form. Dit houdt in dat Europlantis (een deel van) haar voorraad via FloraHolland kan aanbieden op veilingen. Europlantis maakt in dat geval ook gebruik van de nevendiensten van FloraHolland, zoals de administratieve afwikkeling van de veilingopbrengsten en de terbeschikkingstelling van zogenoemde CC-containers (ook wel Deense stapelwagens/containers). Dit zijn trolleys waarmee bloemen en planten aan- en afgeleverd kunnen worden.
3.Beoordeling
service invoicesen weekafrekeningen overgelegd, waaruit zou blijken dat de gebruiksvergoeding in rekening is gebracht vanaf het moment dat de CC-containers zijn opgehaald. Europlantis heeft echter gemotiveerd betwist dat zij [X] heeft gemachtigd. Zij heeft ter onderbouwing van dit verweer een machtigingsformulier overgelegd, afkomstig uit de administratie van FloraHolland, waarop het bedrijf [Y] als haar vervoerder staat vermeld. Geconfronteerd met dit formulier heeft FloraHolland volstaan met de enkele herhaling van de stelling dat [X] de CC-containers ten behoeve van Europlantis heeft afgehaald omdat [X] dat zo heeft verklaard. Nadere concretisering of onderbouwing van die stelling is uitgebleven. Daarbij heeft FloraHolland evenmin het door Europlantis in het geding gebrachte machtigingsformulier betwist, of uitgelegd waarom [X] dan toch namens Europlantis zou zijn gekomen. Bovendien was FloraHolland daar ter zitting ook minder stellig over. Zij gaf aan dat, voor zover zij zich kon herinneren, [X] te kennen had gegeven namens [Z] (bestuurder van Europlantis) te komen. Ook kon FloraHolland niet vertellen of [X] wel in haar administratie stond ingeschreven bij Europlantis, terwijl naar eigen zeggen alles in haar administratie is opgenomen. De fustbon vormt dan ook onvoldoende onderbouwing van de stelling van FloraHolland dat [X] namens Europlantis zou zijn gekomen en daarmee dat Europlantis de CC-containers zou hebben laten ophalen.
service invoicesen de weekafschriften niet wordt onderbouwd dat Europlantis die CC-containers heeft laten afhalen door [X] , heeft Europlantis deze ook overigens voldoende gemotiveerd betwist. Zij heeft uiteengezet sinds mei 2013 geen weekafschriften meer te hebben ontvangen en daarmee pas bekend te zijn geworden ten tijde van het tussen partijen gevoerde kort geding eind 2013 en dat zij deze ook toen heeft betwist. Ook heeft Europlantis erop gewezen dat uit de volgens FloraHolland in rekening gebrachte vergoedingen volgt dat deze vergoedingen per week fluctueren, terwijl volgens FloraHolland zelf maar één keer een aantal CC-containers ter beschikking zou zijn gesteld. Bovendien heeft Europlantis erop gewezen dat FloraHolland niet lijkt te weten hoeveel CC-containers ten behoeve van Europlantis zijn afgegeven, nu steeds over andere aantallen wordt gesproken. Hiertegenover heeft FloraHolland haar stelling niet nader toegelicht. Evenmin is zij ingegaan op de door Europlantis aangevoerde discrepanties.
supplier application formis ingevuld. Het is derhalve evident dat Europlantis 369 CC-containers heeft afgenomen. Dit wordt ondersteund door de fustbon, waaruit blijkt dat op dat moment 345 CC-containers zijn opgehaald door Europlantis. De resterende CC-containers haalde Europlantis al eerder af. Vanzelfsprekend verzendt FloraHolland geen
service invoicesals geen CC-containers zouden zijn opgehaald.
service invoicesis een onderbouwing van haar stelling dat Europlantis de CC-containers heeft laten afhalen door [X] . FloraHolland gaat geen rekeningen sturen als daarvoor geen aanleiding bestaat. Bovendien zijn de stellingen van Europlantis ongeloofwaardig, zowel met betrekking tot het niet hebben gehad van de CC-containers, als het niet ontvangen van de weekafschriften sinds mei 2013. Het systeem werkt immers als volgt. De woensdag na de week die is afgelopen komt een overzicht waarop is vermeld hoeveel bloemen zijn verkocht. De aanvoerder krijgt diezelfde woensdag een afrekening en die wordt in rekening-courant geboekt. Het saldo wordt ook op die woensdag op de bankrekening van de afnemer overgemaakt. De dienstennota’s, waaronder die met betrekking tot de CC-containers, zijn dan verrekend. Via internet kunnen aanvoerders zelf volgen wat met hun product is gebeurd. FloraHolland heeft twee dagen om de afrekening goed te maken. Het is daarom volstrekt onaannemelijk dat Europlantis de overzichten niet heeft gezien. Dat zou immers betekenen dat zij niet weet wat is verkocht en wat dat haar heeft opgeleverd. Zij was dus op de hoogte van de weekafschriften, of moet geacht worden daarmee bekend te zijn. Tegen het saldo in de rekening-courant verhouding moet binnen redelijke tijd geprotesteerd worden. Dat is niet gebeurd en dus staat het saldo vast.
supplier application form, geenszins evident dat Europlantis ‘369 CC-containers heeft afgenomen’.
veronderstelling van FloraHolland zelf.
service invoiceseveneens een onderbouwing is van haar stelling dat Europlantis de CC-containers heeft laten afhalen door [X] , haar niet baten. De in haar toelichting op dit betoog geponeerde stellingen over haar ‘systeem’ van afrekenen/verrekenen en de bekendheid daarvan bij Europlantis, alsmede haar stelling dat zij geen rekeningen gaat sturen als daarvoor geen aanleiding bestaat/geen CC-containers zijn opgehaald, bieden immers, net zo min als haar overige stellingen, geen concrete aanknopingspunten voor de veronderstelling van FloraHolland dat [X]
in opdracht vanEuroplantis 345 CC-containers heeft
opgehaalden heeft
afgeleverdbij Europlantis, laat staan dat daaruit kan worden afgeleid dat Europlantis de resterende 24 CC-containers
al eerder had opgehaald. Een en ander geldt ook indien ervan zou worden uitgegaan dat Europlantis, ondanks haar betwisting daarvan, de
service invoiceswel zou hebben ontvangen.
grief 6, die betrekking heeft op de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente over de toegewezen vordering in reconventie, heeft FloraHolland aangevoerd dat Europlantis haar geldsom uitbetaald had gekregen als zij zekerheid had gesteld. De overweging van de rechtbank, waarbij zij is voorbijgegaan aan deze stelling en de rente vanaf 6 juni 2013 heeft toegewezen, is volgens FloraHolland onjuist, althans in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Het blijft immers zo dat Europlantis tot aan de – andersluidende – uitspraak van het hof zekerheid had kunnen stellen overeenkomstig de uitspraak van de rechtbank van 20 december 2013. Naar moet worden aangenomen heeft Europlantis dit bewust nagelaten, waardoor in ieder geval geen rente is verschuldigd tot de uitspraak van het hof Amsterdam op 18 november 2014. FloraHolland meent echter ook nadien geen rente te zijn verschuldigd. In ieder geval is dat in strijd met de redelijkheid en billijkheid, aldus FloraHolland.