1. Wat is naar uw oordeel de oorzaak van de verzakking van de uitbouw, scheurvorming in en/of overige schade aan de woning? Kunt u hierbij ingaan op de oorzaken die daarvoor door zowel [geïntimeerden] als Variavastgoed worden genoemd (zie het onder 4.5 overwogene in het tussenvonnis van 2 augustus 2017), alsmede op de aanwezigheid van mogelijke overige oorzaken, waaronder de aanwezigheid en het gebruik van het dakterras op de uitbouw?
Uit het onderzoek komen twee hoofdoorzaken naar voren.
Uit het onderzoek blijkt dat op het moment van de vooropname (tevens aanvang werkzaamheden) al substantiële vervormingen aanwezig waren, met name op de plaatsen waar deze aanbouw aansluit op de oorspronkelijke achtergevel. Deze vervormingen zijn in hoofdzaak te herleiden tot natuurlijke zetting van de aanbouw op een weinig draagkrachtige ondergrond die in de loop van tientallen jaren geleidelijk is ontstaan.
Nadien zijn de vervormingen in relatief korte tijd in meer of mindere mate toegenomen. De hoofdoorzaak voor de toename van de (zettings)schade aan de aanbouw is een verstoring van de grondslag onder de plaatfundering ten gevolge van de uitgevoerde werkzaamheden, met name het uitgraven van de bouwput zonder het aanbrengen van een voldoende stabiele en vormvaste keerwand.
De overige door [geïntimeerde sub 1] geclaimde schade, te weten het klemmen van ramen in de achtergevel, het klemmen van de voordeur en de toename van vocht in de kelder, zijn niet te herleiden tot de werkzaamheden door Variavastgoed. Het oorspronkelijke deel van de woning heeft geen zichtbare vervormingen ondergaan. Het relatief kwetsbare stucwerk van de achtergevel vertoont geen toename van de schade. Dat maakt het onwaarschijnlijk zo niet onmogelijk dat de kozijnen in de achtergevel vervormd zijn ten gevolge van de bouwwerkzaamheden. Het klemmen van de voordeur is duidelijk te herleiden tot een gebrekkige bevestiging van de scharnieren. Ook wat betreft de toename van het vocht in de kelder is er geen aanwijsbare of aannemelijke relatie met de uitgevoerde werkzaamheden.
Door Variavastgoed is nog gewezen op overbelasting van de aanbouw door het aanbrengen van een bankirai vloer op het dakterras en een bankirai hekwerk. Het extra gewicht van deze voorzieningen en de extra veranderlijke belasting zijn echter verwaarloosbaar ten opzichte van de totale belasting en daardoor niet als oorzaak voor de schade aan te merken.
2. Kunt u een omschrijving geven van de schade voor zover de schade een gevolg of mede een gevolg is van de funderingswerkzaamheden (zo mogelijk de verschillende schadeposten zo gedetailleerd mogelijk uitsplitsen en aangeven welke van de funderingswerkzaamheden de schade heeft doen ontstaan)?
De schade ten gevolge van de funderingswerkzaamheden, bestaat uit een toename van zetting van de aanbouw en uit een toename van de vervormingen van de aanbouw met name op de aansluitingen van de aanbouw met de oorspronkelijke achtergevel.
Meer concreet bestaat de schade uit:
- Het verder zakken en verder scheef zakken van de funderingsplaat/vloer aanbouw en daardoor het scheefliggen van de afwerkvloer in de aanbouw;
- Het lostrekken van het kozijn van de achtergevel;
- Het vervormen van het kozijn, waardoor het raam dat toegang geeft tot het dakterras niet met goed open kan;
- Het lostrekken van het dak van de achtergevel, waardoor lekkages te verwachten zijn;
- Het wijken en losscheuren van overige betimmeringen in de aanbouw;
- Het wijken en klemmen van de tuindeuren in de achtergevel van de aanbouw.
Wat betreft de vraag welke funderingswerkzaamheden de schade heeft doen ontstaan, verwijs ik naar de beantwoording van vraag 1.
3. Is er naar uw schatting een einde gekomen aan de verzakking van de uitbouw en scheurvorming in en/of overige schade aan de woning of zal de schade in dit verband nog verder toenemen? Wilt u bij uw antwoord de staat van de fundering van de woning betrekken en aangeven op welke termijn herstel van de schade naar uw mening noodzakelijk is?
Het is niet te verwachten dat er een einde is gekomen aan de verzakking van de aanbouw en dus ook niet van de vervormingen, open naden en scheurvorming op de aansluitingen van de aanbouw met de oorspronkelijke woning. In het beste geval zal de verzakking zich voorzetten in het tempo dat zich voorheen ook voordeed. Deze verzakking verloopt overigens zeer traag en is niet eenvoudig vast te stellen, tenzij regelmatig metingen worden gedaan van vaste punten. Het is echter ook mogelijk dat door de verstoring in de ondergrond de zetting zich in een wat hoger tempo of meer ongelijk zal voortzetten. Inmiddels zijn ca. twee en een half jaar verstreken en is de schade niet wezenlijk meer toegenomen ten opzichte van toestand eind 2015. Directe aanwijzingen voor een versnelde zetting zijn er dus niet.
Ik merk daarbij op dat voor een gedeelte de voortgaande zetting verhinderd wordt doordat de funderingsplaat nu op enkele punten steunt op de rand van de betonbak van nummer [adres 5] . Het is daardoor moeilijk te voorspellen hoe de schade zich verder zal ontwikkelen. Deze plaatselijke ondersteuning zou kunnen leiden tot een beperking van de druk op de ondergrond en daardoor een beperking van de zetting. Het kon echter ook zo zijn dat er een meer ongelijkmatige zetting gaat optreden doordat de betonplaat op enkele punten meer star ondersteund wordt. Dit zou kunnen leiden tot een ongelijkmatige zetting waarbij op termijn enige scheefstand in dwarsrichting optreedt. In het geval van een onvoldoende gewapende vloer zou dit ook kunnen leiden tot breuk in de vloer. Ook hiervoor geldt dat er nog geen directe aanwijzingen zijn dat deze ongelijkmatige zetting optreedt.
Wat betreft de termijn van herstel is het in het kader van het goed functioneren van de aanbouw van belang dat op zo kort mogelijke termijn het kozijn zodanig wordt aangepast dat dit weer goed afsluitbaar is en tevens dat de aansluitingen zodanig afgedicht worden dat er geen lekkage optreedt.
4. Voor zover de schade het gevolg is van de funderingswerkzaamheden, kunt u aangeven wat de herstelmogelijkheden ter stabilisatie zijn, alsmede een begroting maken van de kosten hiervan? U dient hierbij uit te gaan van de staat van de woning voorafgaande aan de funderingswerkzaamheden zoals vastgelegd in het rapport.
Eenvoudige maatregelen ter verbetering van de stabilisatie zijn feitelijk niet mogelijk.
De herstelmogelijkheden zijn in hoofdlijnen:
- Geen verbetering van de stabilisatie maar uitsluitend het weer functioneel maken van de aanbouw door het vlak maken van de vloeren en trappen, vervangen van het vervormde kozijn, waterdicht maken van dak- en wand aansluitingen en herstel van de afwerkingen. Een en ander met zoveel mogelijk beperking van het gewicht. Dit komt globaal neer op het herstel zoals door Horvath voorgesteld, waarbij het vervangen van zijgevel van de aanbouw niet noodzakelijk wordt geacht omdat de slechte toestand daarvan geen gevolg is van de (funderings)werkzaamheden maar samenhangt met de oorspronkelijke kwaliteit ervan in combinatie met natuurlijke veroudering. De kosten voor dit herstel worden globaal geraamd op € 25.000,00 - € 30.000 exclusief BTW.
- Alternatief is het aanbrengen van een paalfundering om verzekerd te zijn van een voldoende draagkrachtige constructie. Het is te verwachten dat in dat geval algehele sloop en vervanging de meest voor de hand liggende optie is. De kosten voor dit herstel worden geraamd op € 60.000,00 - € 70.000,00 exclusief BTW.
De eerste optie leidt tot een min of meer gelijkwaardige staat ten opzichte van de situatie voor aanvang van de funderingswerkzaamheden. Enerzijds doordat de draagkracht waarschijnlijk wat verminderd is. Anderzijds kan door aanpassing van de detaillering de constructie zo hersteld worden dat nieuwe zetting minder snel tot schade leidt. Daarnaast is na herstel tevens de vooraanvang van de funderingswerkzaamheden al aanwezige schade niet meer aanwezig. De tweede optie leidt tot een zeer aanzienlijke verbetering ten opzichte van de situatie voor aanvang van de funderingswerkzaamheden. Enerzijds doordat er een zeer langdurig stabiele fundering is, anderzijds doordat de voor aanvang van de funderingswerkzaamheden aanwezige schade niet meer aanwezig is.
5. Voor zover de schade mede het gevolg is van de funderingswerkzaamheden en mede het gevolg van een andere oorzaak, wat is naar uw oordeel het aandeel (in procenten) geweest van de funderingswerkzaamheden in het doen ontstaan van de schade?
Het aandeel van de funderingswerkzaamheden aan de schade wordt geschat op 50%. Het aandeel van de toename van de vervormingen sinds aanvang van de werkzaamheden was gemiddeld genomen wat minder, maar juist deze toename van de schade heeft geleid tot disfunctioneren van diverse onderdelen. Daarnaast is mogelijk een blijvende verstoring van de ondergrond opgetreden, waardoor in de toekomst sneller en/of meer schade niet uit te sluiten is.
6. Zijn er nog andere punten die u naar aanleiding van uw onderzoek naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling van de zaak.
Alle van belang geachte aspecten zijn in het voorgaande al aan de orde geweest.