In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Polen, was beschuldigd van poging tot diefstal in vereniging met braak van een Nissan Micra op 7 december 2018 in Beverwijk. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 90 uren, subsidiair 45 dagen hechtenis. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw in overweging heeft genomen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op het parkeerterrein bij de Vredevorstkerk in Beverwijk een poging heeft gedaan om goederen uit de Nissan Micra te stelen. De verdachte en zijn mededader zijn op heterdaad betrapt door de politie, waarbij de verdachte in het bezit was van een rugtas met mogelijk gestolen goederen. Het hof heeft de tenlastelegging gedeeltelijk bewezen verklaard, maar de verdachte vrijgesproken van de poging tot diefstal van de auto zelf. Het hof heeft de straf opgelegd op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, en heeft besloten tot een gevangenisstraf van vier weken. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding van € 85,00 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. Het hof heeft de verdachte hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schadevergoeding aan de benadeelde partij.