In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is beschuldigd van het beledigen van een ambtenaar, te weten een hoofdagent van de politie, door hem te schelden en te bespugen tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn functie. De feiten vonden plaats op 6 november 2018 te Alkmaar, waar de verdachte de agent beledigde met kwetsende woorden en hem in het gezicht en op zijn lichaam spuugde. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan eenvoudige belediging van een ambtenaar in functie en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke delicten, wat heeft bijgedragen aan de beslissing van het hof om een gevangenisstraf van twee weken op te leggen. De verdachte heeft geen gronden aangevoerd die tot een lagere straf zouden moeten leiden, en het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij, de agent, tot schadevergoeding van € 350,00 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. Het hof heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van twee maanden, omdat de verdachte zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt tijdens de proeftijd.