Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige]. De moeder en de vader van [de minderjarige] hebben beiden hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kinderrechter van 30 juli 2019, waarin de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn verleend. De moeder verzoekt om de bestreden beschikking te vernietigen en de verzoeken van de gecertificeerde instelling (GI) af te wijzen, terwijl de vader zich verzet tegen de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing.
De minderjarige staat sinds 9 mei 2018 onder toezicht van de GI en is kort daarna in een pleeggezin geplaatst. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, omdat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd. Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de zorgen over de opvoedvaardigheden van de ouders en de ontwikkeling van de minderjarige in het pleeggezin.
Het hof heeft geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing ten tijde van de bestreden beschikking aanwezig waren en ook thans nog aanwezig zijn. De ouders ontkennen de problemen en de invloed van het onveilige opvoedklimaat op de minderjarige. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De inbreuk op het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven is gerechtvaardigd in het belang van de bescherming van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de minderjarige.