ECLI:NL:GHAMS:2020:1301
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en DNA-onderzoek in familierechtelijke kwestie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 april 2020 een beschikking gegeven in hoger beroep met zaaknummer 200.241.777/01. De zaak betreft een geschil over de kinderalimentatie en de vraag of de man de biologische vader is van een minderjarige. De man heeft in eerste aanleg geen verweer gevoerd tegen de vordering van de vrouw om kinderalimentatie te betalen. In een eerdere tussenbeschikking van 26 februari 2019 is een DNA-onderzoek bevolen, waaruit bleek dat de man de biologische vader is van de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 februari 2020 heeft de man zijn eerste grief ingetrokken, waardoor deze niet meer ter bespreking kwam.
De man betwist de ingangsdatum van de alimentatie en stelt dat deze moet worden vastgesteld op de datum van de uitspraak of de datum van indiening van het verzoekschrift. Het hof oordeelt dat de ingangsdatum van de alimentatie op 1 april 2017 moet worden vastgesteld, omdat de man op dat moment op de hoogte was van de vordering van de vrouw. De vrouw heeft de behoefte van de minderjarige aan een onderhoudsbijdrage vastgesteld op € 400,- per maand, terwijl de man zijn eigen behoefte op € 160,- per maand heeft gesteld. Het hof oordeelt dat de man onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn standpunt en gaat uit van de door de vrouw gestelde behoefte.
Daarnaast heeft de man aangevoerd dat hij onvoldoende draagkracht heeft om de alimentatie te voldoen, maar het hof oordeelt dat hij onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn financiële situatie. De man heeft geen inzage gegeven in de jaarstukken van zijn onderneming en heeft niet aangetoond dat zijn huurinkomsten lager zijn dan door de vrouw gesteld. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en oordeelt dat de kosten van het DNA-onderzoek voor rekening van de man komen. De man heeft ook verzocht om de kosten van het DNA-onderzoek in Spanje voor rekening van de vrouw te brengen, maar dit verzoek wordt afgewezen.