Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
Hierop heeft Kennemer Wonen een memorie van antwoord in het incident ingediend. Op de rol van 17 december 2019 heeft de bewindvoerder de incidentele vordering ingetrokken. Daarop heeft Kennemer Wonen een memorie van antwoord met producties ingediend.
Kennemer Wonen heeft geconcludeerd tot bekrachtiging, met beslissing over de proceskosten, waaronder de kosten in het incident.
2.Feiten
Waar nodig aangevuld met andere feiten die volgen uit niet weersproken stellingen van partijen dan wel de niet (voldoende ) bestreden inhoud van producties waarnaar zij ter staving van hun stellingen verwijzen, komen de feiten neer op het volgende.
“Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt.”
“Huurder zal het gehuurde gedurende de huurperiode zelf als woonruimte voor hem en leden van zijn huishouden bewonen en er zijn hoofdverblijf hebben. Hij zal het gehuurde, waaronder begrepen alle aanhorigheden en de eventuele gemeenschappelijke ruimten, overeenkomstig de bestemming gebruiken en deze bestemming niet wijzigen (…).”
“Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep te kweken, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet of enige andere wet strafbaar zijn gesteld.”
(…)“Op woensdag 21 augustus 2019 heeft de politie Noord-Holland op de locatie [adres 1] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen en ontmanteld (…)- Als verdache wordt vooralsnog aangemerkt:[X] (vrouw)(…)- Melding: Anoniem bij wijkagent(…)- Is er sprake van bewoning in het pand: ja, door verdachte en haar dochter (21)(…)- Aangetroffen hennep: 166 planten- Plaats hennepkwekerij in het pand: Op zolder- Diefstal stroom: Ja- Diefstal water: Nee- Aantal lampen: 16 assimilatielampen (600W), 3 LED-lampen- Indicatie over het aantal eerdere oogsten (de duur van de periode waarin de hennepkwekerij, voorafgaand aan de ontmanteling, tenminste heeft gefunctioneerd):Vermoedelijk meer dan 1- Een beschrijving van de eventuele risico’s voor de omgeving: Brandgevaar (diefstal stroom), water en stankoverlast, blootstelling aan drugsmilieu, kans op rippen.- Eventuele bijzonderheden: Ook aangetroffen en inbeslaggenomen: 16 armaturen, 1 schakelbord, 16 transformators (koper), 2 koolstoffilters, 2 slakkenhuizen, 2 ventilatoren (metaal), 1 opticlimate, 1 CO2-booster (metaal), 1 kachel (metaal), 1 temperatuurventilatieregelaar, 2 water- beluchting- en dompelpompen, (…), 2 hygro-ph/ec en thermometers, 12 groeitenten, groeimiddel, 1 weegschaal.
“(…)Uit het pv bevindingen van mijn collega:
“(…)Op uw verzoek stuur ik u aanvullende informatie over de periode dat de hennepkwekerij op de [adres 1] in werking is geweest. Eveneens stuur ik u relevante onderzoeksbevindingen:Inmiddels is uit het politieonderzoek het volgende duidelijk geworden:OntnemingsperiodeVan 6 december 2017 tot 21 augustus 2019. Deze periode beslaat 89 weken.In deze periode is het aannemelijk dat er minimaal (5) eerdere oogsten kweekcyclussen plaatsgevonden. Ten tijde van het aantreffen van de kwekerij was stonden planten van negen (9) tot tien (10) weken oud. Deze zijn, in het voordeel van de verdachten als volledige oogst meegenomen in de berekening.Uitgangspunt in deze berekening is een gemiddelde kweekcyclus van 10 weken per oogst. Dit terwijl er in de kweekruimte gebruik werd gemaakt van een CO2 kachel wat de kweekcyclus verkort met twee weken tot acht (8) weken.(…)”
3.Beoordeling
De kantonrechter heeft daartoe, kort samengevat, overwogen dat het ongeloofwaardig is dat [X] niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de hennepkwekerij en dat, mocht het al zo zijn dat [X] niets van de hennepkwekerij wist, zij in ieder geval door afgifte van de sleutel heeft toegelaten dat haar schoonzoon/dochter de woning hebben gebruikt om de hennepkwekerij te exploiteren en hennep te kweken en daarmee jegens Kennemer Wonen aansprakelijk is voor de gedragingen van haar schoonzoon/dochter.
Het hof overweegt als volgt.
De kantonrechter heeft daartoe het volgende overwogen:
“5.5. Vast staat dat er zich op de zolder in de door [X] gehuurde woning aan de [adres 1] een hennepkwekerij bevond. [X] stelt echter dat zij niets van deze hennepkwekerij wist en dat mede daarom de vordering tot ontruiming van de woning dient te worden afgewezen. Het komt de kantonrechter ongeloofwaardig voor dat [X] niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de hennepkwekerij. Gelet op de bevindingen van de politie heeft zij er weet van gehad. De lucht van hennep was waarneembaar en er waren door de gehele woning geluiden te horen van water en ventilatie. Bij de opening van de deur van de zolderkamer was de eerste verdieping verlicht. De elektriciteitsmeter is gesaboteerd. Verder hebben er minimaal 5 oogsten plaatsgevonden. Gelet op de werkzaamheden die hiermee gepaard gaan, waaronder verzorging van de planten, toe- en afvoer van materiaal en hennep, waarbij de lucht waarneembaar zal zijn, zal [X] hiervan op de hoogte moeten zijn geweest. Hieraan doet niet af dat zij geregeld bij haar moeder is of met de kleinkinderen op stap. De kantonrechter ziet in hetgeen [X] ter zitting naar voren heeft gebracht geen aanleiding aan de bevindingen van de politie te twijfelen.5.6. Ter zitting heeft [X] verklaard dat haar kinderen een sleutel hebben van de woning. [X] is als huurder op grond van artikel 7:219 van het Burgerlijk Wetboek jegens de verhuurder op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor de gedragingen van hen die met haar goedvinden het gehuurde gebruiken. Mocht het al zo zijn dat [X] niets van de hennepkwekerij wist dan heeft zij in ieder geval door afgifte van de sleutel toegelaten dat haar schoonzoon/dochter de woning hebben gebruikt om deze hennepkwekerij te exploiteren en hennep te kweken. Het is aan [X] om toezicht te houden op het gebruik door haar schoonzoon/dochter van haar woning. Bedrijfsmatige teelt van hennep, in een omvang zoals hier aan de orde, in een als woonruimte verhuurde onroerende zaak levert een ernstige tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen aan de zijde van [X] . Kennemer Wonen heeft een niet-gedoogbeleid van het telen van hennep en [X] was of kon daar in ieder geval van op de hoogte zijn. Dit alles overziende rechtvaardigt het bovenstaande de ontbinding van de huurovereenkomst en daarmee ook de ontruiming daarvan. (…)5.7. De kantonrechter heeft ter zitting van [X] begrepen dat het verlies van haar woning haar erg aangrijpt en dat zij geen alternatieve woonruimte heeft. Dit is echter een risico dat [X] heeft genomen door de hennepkwekerij toe te laten. De kantonrechter houdt in zoverre rekening met [X] , dat haar een ontruimingstermijn van 1 maand wordt gegeven.”
Ter onderbouwing van de stellingen over de wetenschap van [X] , herhaalt de bewindvoerder stellingen uit de eerste aanleg, wordt de inhoud van de bevindingen van de politie betwist, wordt (opnieuw) verwezen naar de verklaringen van de dochters van [X] , wordt nog een schriftelijke verklaring van een andere dochter toegevoegd en worden enkele producties in verband met de installatie van een slimme elektriciteitsmeter en een doktersverklaring in het geding gebracht. Het hof is van oordeel dat ook in hoger beroep de stellingen van de bewindvoerder geen aanleiding zijn om te twijfelen aan de bevindingen van de politie. Ook het hof acht het, mede in aanmerking genomen de inhoud van de in hoger beroep in het geding gebrachte nadere stukken, ongeloofwaardig dat [X] geen weet heeft gehad van de hennepkwekerij (van een behoorlijke omvang) op de zolder van haar woning. De stellingen van de bewindvoerder dat [X] , vanwege haar gezondheid, ventilatoren in huis had waardoor zij de ventilatoren op de zolder niet hoorde en nooit verder kwam dan de eerste verdieping, zijn onvoldoende onderbouwd om te twijfelen aan de waarnemingen van de politie op het moment dat de woning door de verbalisanten werd betreden. Dat [X] vergelijkbare waarnemingen niet heeft gehad is niet aannemelijk gemaakt, ook niet met de nieuwe verklaring van een dochter van [X] , noch met de overige in het geding gebrachte stukken. Dat de elektriciteitsmeter van [X] op 26 juli 2018 is vervangen door een slimme meter en dat de oude meter een lagere meterstand toonde dan door haar eerder was opgegeven kan de bewindvoerder ook niet baten: als een elektriciteitsmeter wordt gemanipuleerd meet deze niet de daadwerkelijk verbruikte elektriciteit en bij een aangekondigd bezoek van een installateur is het eenvoudig om de manipulatie tijdelijk ongedaan te maken. Dat [X] sinds de installatie van de slimme meter niet meer naar de elektriciteitsmeter heeft omgekeken komt voor haar eigen rekening en risico.
Ook de argumenten die de bewindvoerder aanvoert voor de stelling dat artikel 7:219 BW niet van toepassing is omdat [X] geen actieve betrokkenheid had bij de exploitatie snijden geen hout. Met het afgeven van een reservesleutel aan de schoonzoon/dochter heeft [X] hen toegang de woning verschaft. Voor de gedragingen van deze ‘derden’ die vervolgens plaatsvinden in de woning is [X] jegens de verhuurder aansprakelijk, ook al zou [X] hier niet van op de hoogte zijn geweest. Het is aan haar om hier toezicht op te houden.
Ten slotte wijst de bewindvoerder nog op de bijzonder ingrijpende gevolgen van een ontruiming voor [X] , gelet op haar penibele financiële situatie, haar hoge leeftijd en haar longziekte. De kantonrechter heeft rekening gehouden met het feit dat de ontruiming voor [X] , 51 jaar oud en lijdend aan een longziekte waarvoor zij inhalatiemedicatie gebruikt, ingrijpende gevolgen heeft. Om die reden is de ontruimingstermijn bepaald op één maand in plaats van de gevorderde drie dagen na betekening van het vonnis. Aldus heeft de kantonrechter voldoende rekening gehouden met de belangen van [X] , met inbegrip van de gestelde, maar niet nader toegelichte penibele financiële situatie. Uiteindelijk is [X] op 12 december 2019 ontruimd, anderhalve maand na het vonnis.
Alles overziende ziet het hof in de stellingen van de bewindvoerder geen grond om tot een ander oordeel te komen dan het oordeel waartoe de kantonrechter is gekomen. Het hof sluit zich aan bij de hierboven weergegeven overwegingen van de kantonrechter en maakt deze tot de zijne.
De grieven III, IV, V en VIII falen.