Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.WTG GROEP B.V.
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in de hoofdzaak
grief 1). Volgens WTG c.s. heeft [geïntimeerde] het duurzaam eigen gebruik niet aannemelijk gemaakt en niet onderbouwd dat zij het gehuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik (
grieven 4 tot en met 7). De belangenafweging dient in het nadeel van [geïntimeerde] uit te vallen, nu zij over voldoende andere panden beschikt en voor WTG c.s. de huidige locatie de enige bestaansbron is (
grieven 2 en 9). WTG c.s. betwisten dat hotelgasten regelmatig klagen over geuroverlast vanuit de horecazaak van WTG c.s. (
grief 8).
grieven 3, 10 en 11). De
grieven 12 tot en met 17zijn gericht tegen het dictum. Ten slotte stelt
grief 18aan de orde dat de kantonrechter in strijd met de goede procesorde WTG c.s. niet alsnog in de gelegenheid heeft gesteld een conclusie van antwoord in te dienen nadat hun verzoek om uitstel niet (tijdig) bij de rolrechter was aangekomen en de rolrechter deze conclusie als te laat ingediend had geweigerd.