Uitspraak
mr. M.L.F.J. Schyns, kantoorhoudende te Utrecht,
mr. R.W. de Pater, kantoorhoudende te Breda,
mr. R.W. de Pater, kantoorhoudende te Breda.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
en[ [A] ]
indien:
of[ [A] ]
en de Vennootschap op initiatief van de Vennootschap wordt beëindigd als gevolg van:
ontslag van een bestuurder van de Vennootschap op grond van een dwingende reden als omschreven in artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek (waaronder mede begrepen misdragingen, grove veronachtzaming en diefstal);
opzegging of het niet verlengen van de Managementovereenkomst door de Vennootschap, waarbij de oorzaak voor opzegging of het niet verlengen hoofdzakelijk is toe te rekenen aan een Partij zoals genoemd onder[ [B] ]
of[ [A] ]
;
toepasbaarheid van artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek waarbij de oorzaak voor toepasbaarheid hoofdzakelijk is toe te rekenen aan de Partij (…)[ [B] ]
of[ [A] ]
;
good leaver”, die gerechtigd is de aandelen tegen de werkelijke waarde aan te bieden. Uit artikel 5 van de aandeelhoudersovereenkomst volgt dat een aandeelhouder die als
bad leaverwordt aangemerkt de door hem gehouden aandelen in ITHEC tegen de nominale waarde te koop dient aan te bieden. In artikel 9 van de aandeelhoudersovereenkomst is opgenomen dat geschillen die ontstaan naar aanleiding van de aandeelhoudersovereenkomst of overeenkomsten die daarvan het gevolg zijn, beslecht worden overeenkomstig het Arbitrage Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut.
good leaver” en als “
bad leaver”.
good leaveren
bad leaveraan de orde zijn geweest, evenals het hierboven genoemde relatie- en non-concurrentiebeding. In juli 2016 is over en weer onderhandeld over een laatste voorstel waarbij de aandelen B door [A] vóór 1 september 2016 aan [B] zouden worden overgedragen voor € 300.000.
bad leaveris in de zin van artikel 3 van de aandeelhoudersovereenkomst (zie 2.6) en dat de in de managementovereenkomst opgenomen relatie-, concurrentie- en geheimhoudingsbedingen op [A] van toepassing zijn.
bad leaverin de zin van de aandeelhoudersovereenkomst aangemerkt dient te worden, mede afhangt van de vraag die in de nog aanhangig te maken arbitrage voorligt, namelijk of door partijen in het kader van de onderhandelingen andere afspraken zijn gemaakt rond het uiteengaan en de overdracht van aandelen, bijvoorbeeld om de verwijten die over en weer werden gemaakt te passeren en de kwalificatie
good leaverof
bad leaverachterwege te laten. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting van 26 februari 2020 voor uitlating van partijen. Op die datum hebben [B] en ITHEC vonnis gevraagd.
3.De gronden van de beslissing
één of meer leden A en evenveel leden B…”, sinds 1 september 2016 geen rechtsgeldig bestuur, nu [A] per die datum bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel is uitgeschreven als statutair bestuurder. Van belang daarbij is dat partijen artikel 12 lid 1 van de statuten bewust aldus hebben opgenomen, omdat [A] als houder van aandelen B niet stemgerechtigd is, maar als mede-eigenaar wel enige zeggenschap in de vennootschap wilde verkrijgen. [B] heeft als bestuurder van ITHEC geen nieuwe bestuurder B aangetrokken. Het bestuur kan geen rechtsgeldige besluiten nemen, nu artikel 13.5 van de statuten bepaalt dat alle besluiten met volstrekte meerderheid van stemmen dienen te worden genomen. Ook heeft [B] als bestuurder van ITHEC de algemene vergadering niet, althans niet in overeenstemming met de statutaire en wettelijke voorschriften, bijeengeroepen en daardoor [A] als medeaandeelhouder stelselmatig buitenspel gezet. [A] heeft de jaarrekening over 2015 te laat en de jaarrekeningen over 2016, 2017 en 2018 in het geheel niet ontvangen. Ook heeft [A] de notulen van algemene vergaderingen niet ontvangen of anderszins een redelijke verantwoording over de gang van zaken tijdens de algemene vergaderingen gekregen. Tot slot heeft [A] gesteld dat de financiële situatie in de vennootschap mistig is en wordt gehouden en dat [B] gelden wegsluist ten nadele van [A] . Ter zitting heeft zij in dat verband gesteld dat [B] € 693.793 uit de vennootschap heeft weggesluisd door middel van een dividenduitkering aan de houder van aandelen A, hetgeen zou blijken uit de jaarrekening over 2016, en uit overige jaarstukken, die [A] eerst bij ontvangst van het verweerschrift ter beschikking heeft gekregen.