Uitspraak
1.[appellante sub 1] ,
[appellant sub 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Standpunt van klager
4.Standpunt van de gerechtsdeurwaarder
5.Beoordeling
De gerechtsdeurwaarders zijn benaderd door de opdrachtgeefster zelf en niet door haar (voormalige) advocaat, die wel nog de brief van 11 augustus 2017 had geschreven. Verder betrof de opdracht een zaak tussen ex-echtelieden, een soort zaak waarin het gevaar van chicaneuze vorderingen altijd op de loer ligt. Voorts bood weliswaar het convenant zelf geen duidelijkheid over de betaling van het aan de opdrachtgeefster toekomende bedrag van (in totaal) € 25.000,-, doordat de deelbetalingen door klager dienden te geschieden respectievelijk binnen twee weken na de ondertekening van het convenant en bij gelegenheid van de levering van de voormalige echtelijke woning, maar is in de notariële akte van verdeling en levering van 22 januari 2007 vermeld dat de partijen bij die akte toen niets meer van elkaar te vorderen hadden ter zake van de in de akte opgenomen verdeling. De gerechtsdeurwaarder is daarop bij brief van 4 januari 2018 ook gewezen door de advocaat van klager, onder verwijzing naar de specifieke bepaling in de akte. Deze akte is bijna anderhalf jaar na de ondertekening van het convenant gepasseerd, waarbij gebruik is gemaakt van een door de opdrachtgeefster daartoe aan een medewerkster van de notaris afgegeven en dus uitdrukkelijke volmacht. Deze gang van zaken wijst erop dat de opdrachtgeefster in 2007 van mening was dat zij het haar toekomende reeds had ontvangen. Daarop wijst ook het extreem lange tijdsverloop tussen de echtscheiding en de overdracht van de woning enerzijds en de opdracht aan de gerechtsdeurwaarders anderzijds, in welke periode het kennelijk nooit tot enige vorm van executie was gekomen. Ten slotte is van belang dat de opdrachtgeefster zich ter onderbouwing van haar gestelde vordering beriep op berekeningen van een overbedelingsvordering die dateren van vóór de ondertekening van het convenant, terwijl in dat convenant niet alleen die overbedelingsvordering niet is opgenomen, maar bovendien uitdrukkelijk is vermeld dat geen der partijen was onder- of overbedeeld (het aan de opdrachtgeefster toekomende bedrag is daarin omschreven als afkoop alimentatie).