ECLI:NL:GHAMS:2020:1208

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 april 2020
Publicatiedatum
11 mei 2020
Zaaknummer
200.269.245/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake Caceis Bank S.A. en STAK betreffende aandelenoverdracht

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 14 april 2020 een herstelarrest gewezen in de procedure tussen Caceis Bank S.A. en Stichting Administratiekantoor Aandelen Kas Bank (STAK). Eiseres, Caceis Bank S.A., had eerder een verzoek ingediend tot herstel van een kennelijke fout in het dictum van een eerder arrest van 7 april 2020, waarin de naam van de bank abusievelijk was geschreven als 'Caseis Bank S.A.' in plaats van 'Caceis Bank S.A.'. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat deze fout eenvoudig te herstellen was op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De Ondernemingskamer heeft in het herstelarrest het dictum van het eerdere arrest gecorrigeerd en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen in de naamloze vennootschap Kas Bank N.V. aan Caceis Bank S.A. vastgelegd. De prijs van de over te dragen aandelen is vastgesteld op € 12,75 per gewoon aandeel, met wettelijke rente vanaf 27 september 2019 tot de dag van overdracht. Tevens is bepaald dat uitkeringen op de gewone aandelen tot gedeeltelijke betaling van de prijs strekken.

Het arrest is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, met de griffier aanwezig. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit herstelarrest benadrukt het belang van nauwkeurigheid in juridische documenten en de mogelijkheid om kennelijke fouten te corrigeren.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.269.245/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 14 april 2020
inzake
de vennootschap naar Frans recht
CACEIS BANK S.A.,
gevestigd te Parijs, Frankrijk,
EISERES,
advocaten:
mr. D.J.F.F.M. Duynsteeen
mr. C.C.M. de Smet, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR AANDELEN KAS BANK,
gevestigd te Amsterdam,
GEDAAGDE,
advocaat:
mr. A.F.J.A. Leijten, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de vereniging
VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
3.
[A],
woonachtig te [....],
4. de naamloze vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KAS BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
GEDAAGDEN,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal eiseres opnieuw worden aangeduid met Caceis en gedaagde sub 1 met STAK.
1.2
Voor het eerdere verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar het tussenarrest van 11 februari 2020 en het eindarrest van 7 april 2020.
1.3
Naar aanleiding van een e-mail van 7 april 2020 van mr. De Smet heeft de Ondernemingskamer geconstateerd dat de naam van Caceis in het dictum van het eindarrest van 7 april 2020 abusievelijk is geschreven als ‘Caseis Bank S.A.’ in plaats van ‘Caceis Bank S.A.’. Mr. De Smet heeft namens Caceis de Ondernemingskamer verzocht een herstelarrest te wijzen. Blijkens vorenbedoelde e-mail is dat verzoek reeds afgestemd met mr. Leijten die namens STAK, de enige in de procedure verschenen partij, te kennen heeft gegeven daartegen geen bezwaar te hebben.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer constateert dat waar in het dictum van haar arrest van 7 april 2020 staat
“Caseis Bank S.A.”dit had moeten zijn
“Caceis Bank S.A.”. Deze kennelijke fout leent zich voor eenvoudig herstel op de voet van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verbetert haar in de onderhavige zaak op 7 april 2020 uitgesproken arrest aldus dat het dictum komt te luiden:
“De Ondernemingskamer:
veroordeelt gedaagden het onbezwaarde recht op de door ieder van hen gehouden gewone aandelen in het geplaatste aandelenkapitaal van de naamloze vennootschap Kas Bank N.V. aan Caceis Bank S.A. over te dragen;
stelt de prijs van de over te dragen aandelen vast per 27 september 2019, en wel op € 12,75 per gewoon aandeel;
bepaalt dat die prijs, voor zolang en voor zover deze niet is betaald, wordt verhoogd met de wettelijke rente van 27 september 2019 tot de dag van overdracht of de dag van consignatie van de prijs met rente overeenkomstig artikel 2:359c BW;
bepaalt dat uitkeringen, in laatst bedoelde tijdvak op de gewone aandelen betaalbaar gesteld, tot gedeeltelijke betaling van de prijs op de dag van betaalbaarstelling strekken;
veroordeelt Caceis Bank S.A. de vastgestelde prijs, met rente zoals vermeld, te betalen aan degenen aan wie de gewone aandelen toebehoren of zullen toebehoren tegen levering van het onbezwaarde recht op de gewone aandelen;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.”
Dit arrest is gewezen door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, prof. dr. mr. F. van der Wel RA en prof. drs. E. Eeftink RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 14 april 2020.