ECLI:NL:GHAMS:2020:1187

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 april 2020
Publicatiedatum
6 mei 2020
Zaaknummer
200.264.592/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van het onderzoeksbudget in een vennootschapsrechtelijke procedure

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 28 april 2020, wordt een verzoek behandeld van de onderzoeker naar de verhoging van het budget voor een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van verschillende vennootschappen, waaronder RSW Property B.V. en RSW Management B.V. Dit onderzoek was eerder bevolen in januari 2020, waarbij een maximum bedrag van € 35.000 was vastgesteld. De onderzoeker heeft verzocht om dit bedrag te verhogen tot € 75.000, onderbouwd met een urenspecificatie van de reeds verrichte werkzaamheden. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn van de betrokken partijen tegen deze verhoging en dat het verzoek gemotiveerd is. De complexiteit van de zaak en de sterke onderlinge verwevenheid van de vennootschappen zijn belangrijke factoren in deze beslissing. De Ondernemingskamer heeft het verzoek ingewilligd en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van RSW Property B.V. en RSW Management B.V. Tevens is de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.264.592/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 28 april 2020
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHEVRAYNE MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Zeist,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. R.G.J. de Haan,
mr. W.M. Smelten
mr. D.H. Tilanus, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
RSW PROPERTY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
RSW PROPERTY I B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
RSW PROPERTY VIII B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4. de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
CR MARITIME B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
5. de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
RSW MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. I.A.J. Deijkersen
mr. A. de Buck, beiden kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAAL ’28 B.V.,
gevestigd te Harderwijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PEMET B.V.,
gevestigd te Naarden,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NAFEMA B.V.,
gevestigd te Harderwijk,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. I.A.J. Deijkersen
mr. A. de Buck, beiden kantoorhoudende te Den Haag.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 9, 10 en 14 januari 2020 in deze zaak.
1.2 Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van RSW Property B.V., RSW Property I B.V., RSW Property VIII B.V. en RSW Management B.V. (hierna gezamenlijk ook: de vennootschappen) over de periode vanaf 11 oktober 2013, mr. dr. C.B. Schutte (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, bepaald dat het onderzoek ten hoogste € 35.000 mag kosten, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van RSW Property B.V. en RSW Management B.V. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikkingen, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, voor zover nodig in afwijking van de statuten, mr. P.J. Colijn (hierna: de bestuurder) benoemd tot bestuurder van RSW Management B.V. met doorslaggevende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is RSW Management B.V. te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder RSW Management B.V. niet vertegenwoordigd kan worden.
1.3 Bij e-mail van 15 april 2020 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het onderzoeksbudget te verhogen met € 40.000 tot in totaal € 75.000 (exclusief btw), onder bijvoeging van een urenspecificatie van de tot en met 14 april 2020 verrichte werkzaamheden, die tot 1 april 2020 sluit op een totaalbedrag van € 33.823 (exclusief btw). De in de periode 1 tot en met 14 april 2020 gewerkte uren (33,7 uur door de onderzoeker en 11,2 uur door zijn medewerkers) zijn door de onderzoeker nog niet gedeclareerd.
1.4 Bij e-mail van 17 april 2020 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich over voormeld verzoek uit te laten.
1.5 Bij e-mail van 18 april 2020 heeft mr. De Buck de Ondernemingskamer bericht dat bij belanghebbenden geen bezwaren tegen de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget bestaan.
1.6 Bij e-mail van 20 april 2020 heeft de bestuurder de Ondernemingskamer bericht akkoord te zijn met de door de onderzoeker verzochte verhoging van het onderzoeksbudget.
1.7 Bij e-mail van 24 april 2020 heeft mr. Smelt de Ondernemingskamer namens Chevrayne Management B.V. bericht akkoord te zijn met de door de onderzoeker verzochte verhoging van het onderzoeksbudget.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Ter toelichting van zijn verzoek heeft de onderzoeker gewezen op de gebleken complexiteit van de zaak en het tijdens het onderzoek gebleken belang voor alle betrokkenen om zoveel mogelijk klaarheid en transparantie te bereiken met betrekking tot alle economische omstandigheden en transacties binnen de vennootschappen om een door partijen gewenste ontvlechting te bespoedigen. De complexiteit van de zaak volgt volgens de onderzoeker onder meer uit de complexe achtergrond van en de sterke onderlinge verwevenheid tussen de vennootschappen en de complexe rekening-courantverhoudingen tussen de vennootschappen, gecombineerd met de omstandigheid dat de jaarrekeningen van de vennootschappen niet door een externe accountant gecontroleerd en niet eerder gedeeld zijn met Chevrayne Management B.V.
De Ondernemingskamer overweegt als volgt. Nu de onderzoeker zijn verzoek gemotiveerd heeft onderbouwd, geen van partijen bezwaar heeft gemaakt tegen de verzochte verhoging en het verzochte bedrag de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal het verzoek van de onderzoeker worden ingewilligd.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 9 januari 2020 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van RSW Property B.V., RSW Property I B.V., RSW Property VIII B.V. en RSW Management B.V. ten hoogste mag kosten tot € 75.000 (exclusief btw);
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van RSW Property B.V. en RSW Management B.V. en dat zij ten behoeve van de onderzoeker op zijn verzoek en op de door hem te bepalen wijze (aanvullende) zekerheid dienen te stellen voor de betaling van (de verhoging van) dit bedrag;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, P.G. Boumeester, en mr. drs. G. Boon RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 april 2020.