ECLI:NL:GHAMS:2020:1078
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen notaris over geheimhoudingsplicht en verstrekking van informatie over spermadonor
In deze zaak heeft klaagster, die in 2000 moeder is geworden van een zoon via kunstmatige donorinseminatie, een klacht ingediend tegen de notaris. Klaagster verzocht de notaris om contactgegevens van de ouders van een ander donorkind van dezelfde spermadonor, maar de notaris weigerde dit verzoek met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht. Klaagster stelde dat de notaris ten onrechte zijn geheimhoudingsplicht inriep en dat een medewerkster van het notariskantoor haar onterecht informatie had verstrekt over de donor. De kamer voor het notariaat in Den Haag had de klacht van klaagster eerder ongegrond verklaard, maar klaagster ging in hoger beroep.
Tijdens de behandeling van de zaak op 23 januari 2020 heeft klaagster haar standpunt toegelicht, terwijl de notaris niet aanwezig was. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals die door de kamer waren vastgesteld, en heeft de argumenten van klaagster en de notaris gewogen. Het hof oordeelde dat de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar was voor het niet voldoen aan het verzoek van klaagster, omdat het verstrekken van de gevraagde informatie niet onder zijn werkzaamheden viel en hij zijn geheimhoudingsplicht niet mocht schenden. Echter, het hof oordeelde dat de medewerkster van het notariskantoor onterecht informatie had verstrekt aan klaagster, wat leidde tot onrust bij haar.
Het hof heeft de beslissing van de kamer vernietigd voor wat betreft klachtonderdeel 2, dat gegrond werd verklaard. De notaris kreeg een waarschuwing opgelegd en werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan klaagster en aan het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van notarissen met betrekking tot geheimhouding en de zorgvuldigheid die zij in hun communicatie moeten betrachten.