ECLI:NL:GHAMS:2020:1068

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 januari 2020
Publicatiedatum
10 april 2020
Zaaknummer
23-000507-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor medeplegen van gijzeling en poging tot afpersing

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van medeplegen van gijzeling en poging tot afpersing, gepleegd op 16 oktober 2016. De tenlastelegging omvatte het wederrechtelijk beroofd houden van het slachtoffer, met geweld en bedreiging, om informatie te verkrijgen over de diefstal van een auto. Tijdens de zittingen in hoger beroep zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder het slachtoffer en medeverdachten. Het hof heeft vastgesteld dat er aanwijzingen zijn voor de betrokkenheid van de verdachte, maar dat deze aanwijzingen onvoldoende zijn om met de vereiste mate van zekerheid vast te stellen dat de verdachte als pleger kan worden aangemerkt. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat het slachtoffer de verdachte niet heeft herkend, zowel tijdens een confrontatie als ter terechtzitting. Gezien het gebrek aan bewijs heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens is het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000507-17
datum uitspraak: 16 januari 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 februari 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-800435-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 juli 2018, 8 november 2018, 13 december 2019 en 10 januari 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 16 oktober 2016 te Avenhorn en/of De Hulk en/of Scharwoude, gemeente Koggenland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, (met het oogmerk voornoemde [slachtoffer] te dwingen iets doen of niet te doen), immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader,
- die [slachtoffer] (tegen zijn wil) (bij de schouders) vastgepakt en in een auto getrokken en/of geduwd en/of
- die [slachtoffer] geslagen en/of gestompt en/of met de ellenboog een stoot in het gezicht gegeven en/of - enige tijd met die [slachtoffer] rondgereden om van hem de na(a)m(en) van één of meer personen te krijgen die de auto van de verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben gestolen en/of
- die [slachtoffer] een (knip)schaar getoond en/of hem gezegd dat hij de namen moest noemen van één of meer personen die de auto van de verdachte en/of zijn mededader zouden hebben gestolen en/of dat wanneer hij dat niet zou doen zijn vingers zouden worden afgeknipt en/of in zijn ogen zou worden geprikt met de (knip)schaar en/of
- die [slachtoffer] (tijdelijk) zijn telefoon laten afgeven en doen/laten ontgrendelen.
2.
primair
hij op of omstreeks 16 oktober 2016 te Avenhorn en/of De Hulk en/of Scharwoude, gemeente Koggenland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk zich en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ter beschikking stellen van gegevens (te weten informatie over één of meer personen die de auto van de verdachte en of zijn mededader zouden hebben gestolen), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- ( bij de schouders) vastpakken van die [slachtoffer] en/of
- ( vervolgens) in een auto trekken en/of duwen van die [slachtoffer] en/of
- slaan en/of stompen en/of met de ellenboog in het gezicht stoten van die [slachtoffer] en/of
- ( bedreigend) aan die [slachtoffer] tonen van een (knip)schaar en/of hem zeggen dat hij de namen moe(s)t noemen van één of meer personen die de auto van de verdachte en/of zijn mededader zouden hebben gestolen en/of dat wanneer hij dat niet zou doen zijn vingers zouden worden afgeknipt en/of in zijn ogen zou worden geprikt met de (knip)schaar en/of
- vastpakken van de hand van die [slachtoffer] en/of de (knip)schaar naar de hand en/of vingers van die [slachtoffer] bewegen en/of
- door die [slachtoffer] (tijdelijk) laten afgeven van zijn telefoon en deze doen/laten ontgrendelen (zodat de verdachte en/of zijn mededader de (Whatsapp-)berichten en/of (de daarop opgeslagen) foto's van die [slachtoffer] konden lezen en/of bekijken) en/of
- een (hard) voorwerp in de nek van die [slachtoffer] duwen en/of hem daarbij de woorden toe te voegen "nu is het genoeg geweest, nu is het genoeg geweest, jij gaat ervoor boeten ongeacht of jij er nu wel mee te maken hebt of niet" en/of
- die [slachtoffer] zeggen dat het nog wel een staartje zou hebben als hij niet op een later tijdstip (de volgende dag om 16:00 uur bij de [winkel]) zou verschijnen en/of
- die [slachtoffer] zeggen dat de verdachte en/of zijn mededader weten in wat voor auto hij rijdt en/of dat zij weten waar hij en/of zijn moeder en/of zijn oma wonen en/of dat zij hem en de personen aanwezig in het huis iets aan zouden doen (als hij niet aan hun voorwaarde(n) zou voldoen), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2. subsidiair
hij op of omstreeks 16 oktober 2016 te Avenhorn en/of De Hulk en/of Scharwoude, gemeente Koggenland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld en/of enige andere feitelijkheden en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] wederrechtelijk heeft gedwongen tot de (tijdelijke) afgifte van een telefoon en/of het verstrekken van informatie over één of meer personen die de auto van de verdachte en of zijn mededader zouden hebben gestolen, welk geweld en/of andere feitelijkheden en/of bedreiging met geweld bestonden uit het
- ( bij de schouders) vastpakken en/of
- ( vervolgens) in een auto trekken en/of duwen van die [slachtoffer] en/of
- slaan en/of stompen en/of met de ellenboog in het gezicht stoten van die [slachtoffer] en/of
- ( bedreigend) aan die [slachtoffer] tonen van een (knip)schaar en/of hem zeggen dat hij de namen moe(s)t noemen van één of meer personen die de auto van de verdachte en/of zijn mededader zouden hebben gestolen en/of dat wanneer hij dat niet zou doen zijn vingers zouden worden afgeknipt en/of in zijn ogen zou worden geprikt met de (knip)schaar en/of
- vastpakken van de hand van die [slachtoffer] en/of de (knip)schaar naar de hand en/of vingers van die [slachtoffer] bewegen en/of
- door die [slachtoffer] (tijdelijk) laten afgeven van zijn telefoon en deze doen/laten ontgrendelen (zodat de verdachte en/of zijn mededader de (Whatsapp-)berichten en/of (de daarop opgeslagen) foto's van die [slachtoffer] konden lezen en/of bekijken) en/of
- een (hard) voorwerp in de nek van die [slachtoffer] duwen en/of hem daarbij de woorden toe te voegen "nu is het genoeg geweest, nu is het genoeg geweest, jij gaat ervoor boeten ongeacht of jij er nu wel mee te maken hebt of niet" en/of
- die [slachtoffer] zeggen dat het nog wel een staartje zou hebben als hij niet op een later tijdstip (de volgende dag om 16:00 uur bij de [winkel]) zou verschijnen en/of
- die [slachtoffer] zeggen dat de verdachte en/of zijn mededader weten in wat voor auto hij rijdt en/of dat zij weten waar hij en/of zijn moeder en/of zijn oma wonen en/of dat zij hem en de personen aanwezig in het huis iets aan zouden doen (als hij niet aan hun voorwaarde(n) zou voldoen).
2. meer subsidiair
hij op of omstreeks 16 oktober 2016 te Avenhorn en/of De Hulk en/of Scharwoude, gemeente Koggenland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend
- die [slachtoffer] een (knip)schaar getoond en/of hem gezegd dat hij de namen moest noemen van één of meer personen die de auto van de verdachte en/of zijn mededader zouden hebben gestolen en/of dat wanneer hij dat niet zou doen zijn vingers zouden worden afgeknipt en/of in zijn ogen zou worden geprikt met de (knip)schaar en/of
- de hand van die [slachtoffer] vastgepakt en/of de (knip)schaar naar de hand en/of vingers van die [slachtoffer] bewogen en/of
- een (hard) voorwerp in de nek van die [slachtoffer] geduwd en/of hem daarbij de woorden "nu is het genoeg geweest, nu is het genoeg geweest, jij gaat ervoor boeten ongeacht of jij er nu wel mee te maken hebt of niet" toegevoegd en/of
- tegen die [slachtoffer] gezegd dat de verdachte en/of zijn mededader weten in wat voor auto hij rijdt en/of dat zij weten waar hij en/of zijn moeder en/of zijn oma wonen en/of dat zij hem en de personen aanwezig in het huis iets aan zouden doen (als hij niet aan hun voorwaarde zou voldoen).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing dan de rechtbank komt.

Vrijspraak

Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep leidt het hof het volgende af.
De verdachte is op 16 oktober 2016 omstreeks 20:57 uur, samen met [medeverdachte 1], op een volledig donkere parkeerhaven aan de Westerdijk te Hoorn door een motoragent gezien in een auto. Op het moment dat de motoragent ter plaatse in gesprek raakt met de verdachte en [medeverdachte 1] komen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aanrijden. [slachtoffer] heeft verklaard, hetgeen door [medeverdachte 2] ook is bevestigd, dat [slachtoffer] later op diezelfde avond bij [medeverdachte 2] en een voor [slachtoffer] onbekende man in een auto is ingestapt, alvorens hij tussen ongeveer 22.15 en 22.59 het slachtoffer is geworden van de gijzeling.
Uit de verklaring van [slachtoffer] volgt voorts dat hij zou zijn gegijzeld vanwege de diefstal van een Volkswagen Golf. De bestuurder van de auto waarin hij werd gegijzeld zou de eigenaar van die gestolen auto zijn. Uit politieonderzoek is gebleken dat de verdachte kort voor de gijzeling, te weten op 12 oktober 2016, aangifte heeft gedaan van de diefstal van een Volkswagen Golf. Deze auto behoort toe aan de vrouw van de verdachte. De door [slachtoffer] gegeven signalementen van de daders en onderzoek naar plaatsbepalingen sluiten de verdachte niet uit als een van de daders van de gijzeling.
Gelet hierop zijn er naar het oordeel van het hof weliswaar aanwijzingen dat de verdachte op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de hem tenlastegelegde feiten, maar kan niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte daaraan schuldig is. Het dossier ontbeert, ook in onderlinge samenhang bezien, bewijsmiddelen waaruit rechtstreeks kan worden afgeleid dat de verdachte als pleger in de zin van het aan hem onder 1 en 2 ten laste gelegde kan worden aangemerkt. Het hof sterkt zich in dit oordeel door de omstandigheid dat [slachtoffer], die bijna een uur met de voor hem zichtbare daders in de auto heeft gezeten, de verdachte zowel bij een foslo-confrontatie vlak na de pleegdatum als ter terechtzitting in hoger beroep in levende lijve niet heeft herkend.
De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 2 subsidiair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.W. Groenendijk, mr. S.M.M. Bordenga en mr. J. Steenbrink, in tegenwoordigheid van
mr. D. Boessenkool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
16 januari 2020.
=========================================================================
[…]