beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.251.609/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 17 januari 2019
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. Y.A. Wehrmeijeren
mr. L.H.J. Baijer, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DBICS HOLDING B.V.,
gevestigd te Joure,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GREATE WIEREN B.V.,
gevestigd te Terzool,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. J.H. van der Meulen, kantoorhoudende te Joure.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster, verweerster en belanghebbenden 1 en 2 worden hierna respectievelijk aangeduid met [A] , DBICS, [B] en Greate Wieren. Belanghebbenden 1 en 2 worden hierna gezamenlijk aangeduid met [C c.s.]
1.2 [A] heeft bij op 20 december 2018 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van DBICS over de periode vanaf 2016. Daarbij heeft zij tevens verzocht, zakelijk weergegeven, bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
primair:
- [C c.s.] te schorsen als bestuurders van DBICS;
- [A] als bestuurder van DBICS te benoemen;
- een derde persoon te benoemen tot bestuurder van DBICS met doorslaggevende stem;
- de aandelen in het kapitaal van DBICS die door [C c.s.] worden gehouden over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
subsidiair:
- [A] als bestuurder van DBICS te benoemen;
- een derde persoon te benoemen tot bestuurder van DBICS met doorslaggevende stem;
- de aandelen die door [C c.s.] worden gehouden in het kapitaal van DBICS over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
meer subsidiair:
een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
alsmede om [C c.s.] te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 [C c.s.] hebben bij op 3 januari 2019 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht het verzoek af te wijzen en [A] te veroordelen in de kosten van het geding.
1.4 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 10 januari 2019. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij(en) overgelegde – aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij(en) gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
1.5 [A] en [C c.s.] hebben de Ondernemingskamer ter zitting gezamenlijk verzocht – wat betreft [A] in afwijking van haar oorspronkelijke verzoek – om bij wijze van onmiddellijke voorziening een tijdelijk bestuurder van DBICS te benoemen met een beslissende stem binnen het bestuur, met zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid en met bepaling dat DBICS niet zonder deze tijdelijk bestuurder kan worden vertegenwoordigd en de verdere beslissing aan te houden.
2 De feiten
2.1DBICS is in 2012 opgericht. Sinds 2015 houden [A] , [B] en Greate Wieren elk een derde van de aandelen in het geplaatste kapitaal van DBICS. Zij vormden, in ieder geval tot 3 december 2018, samen het bestuur van DBICS. [D] (hierna: [D] ) is enig bestuurder en aandeelhouder van [A] , [F] (hierna: [F] ) bestuurder en aandeelhouder van [B] en [E] (hierna: [E] ) enig bestuurder en aandeelhouder van Greate Wieren.
2.2DBICS houdt alle aandelen in het geplaatste kapitaal van DBI Containerservice B.V., DBICS Materieel B.V. en [G] en 75% van de aandelen in Waste Products B.V.
2.3DBICS drijft een onderneming die zich toelegt op de verkoop, plaatsing en het beheer van boven- en ondergrondse afvalcontainers en opereert in Nederland, België en Duitsland. Bij de werkmaatschappijen zijn in totaal 25 mensen in loondienst.
2.4In november 2017 heeft [D] een overzicht opgesteld van wat er in zijn ogen misgaat bij het bestuur van DBICS. Eind 2017 heeft het bestuur een externe adviseur ingeschakeld om te komen tot verbeteringen binnen de organisatie. Deze kwam in februari 2018 tot de bevinding dat onduidelijkheden en/of onenigheden tussen de indirect bestuurders aan de orde van de dag waren. Adviezen die hij gaf, zijn niet opgevolgd.
2.5Eind september 2018 is Login B.V., de partner in de joint venture Waste Products B.V. failliet verklaard. Investeringen door DBICS in hardware (een toegangscontrole-systeem met niveaumeting) die door Login B.V. via de joint venture zou worden ontwikkeld en vorderingen van DBICS op Login B.V. zijn tot een bedrag van € 300.000 afgeboekt. Dit heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het geconsolideerde verlies van DBICS over 2018 van ongeveer € 350.000.
2.6In september 2018 zijn partijen tot de conclusie gekomen dat tussen [D] enerzijds en [F] en [E] anderzijds sprake is van een onwerkbare situatie.
2.7Rabobank heeft aan DBICS een financiering verstrekt; per 10 december 2018 bedraagt de vordering van Rabobank uit dien hoofde ruim € 1,4 miljoen. De accountmanager Bijzonder Beheer van Rabobank heeft in een gesprek op 23 november 2018 toegelicht dat Rabobank de kredietstatus van de financiering heeft verzwaard. Bij e-mail van 26 november 2018 heeft Rabobank bevestigd dat een wijziging van management een opzeggingsgrond voor de financiering is en dat zij wenst dat er volledig wordt afgelost indien de gewijzigde situatie voor de bank niet conveniërend is. Voorts heeft Rabobank DBICS geadviseerd zich te laten bijstaan door een registeraccountant.
2.8Bij e-mail van 23 november 2018 hebben [C c.s.] [A] uitgenodigd voor een algemene vergadering, te houden op 3 december 2018, met als één van de agendapunten het voorstel tot ontslag van [A] als statutair bestuurder. [A] heeft zich bij email van haar advocaat van 30 november 2018 op het standpunt gesteld dat deze oproeping niet rechtsgeldig is en aangekondigd dat hij daarom op de vergadering van 3 december 2018 niet aanwezig zal zijn. In de vergadering van 3 december 2018 hebben [C c.s.] [A] als bestuurder ontslagen en zij hebben haar vervolgens doen uitschrijven uit het handelsregister.
2.9Bij e-mail van 14 december 2018 heeft Rabobank DBICS tot 11 januari 2019 de tijd gegeven om met een goed uitgewerkt bedrijfsplan te komen. Zij heeft daarin herhaald dat het ontslag van een van de bestuurders een opzeggingsgrond voor de gehele financiering oplevert en gesteld dat bijstand van een externe registeraccountant bij de opmaak van tussentijdse rapportages en jaarcijfers, gelet op de toegenomen financiële complexiteit van de onderneming, voor de bank een harde eis zal zijn indien DBICS (een deel van) de financiering door Rabobank wenst te continueren. Zij heeft daarom geadviseerd een registeraccountant te betrekken bij de financiële onderbouwing van het op 11 januari 2019 in te dienen bedrijfsplan.
2.1Het zogenoemde financieel plan dat DBICS ten behoeve van de Rabobank heeft opgesteld (en dat zij ter zitting als productie heeft overgelegd) omvat een balans en een winst-en- verliesrekening over 2017, 2018, een prognose van beide voor 2019 en een niet van toelichting voorziene liquiditeitsbegroting 2019. DBICS heeft bij het opstellen van deze stukken geen registeraccountant betrokken.