Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.INTRUM JUSTITIA B.V.,
[geïntimeerde sub 3],
[geïntimeerde sub 4],
[geïntimeerde sub 5],
[geïntimeerde sub 6],
[geïntimeerde sub 7],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Intrum groep) drijven een incassobureau met vestigingen in twintig landen. De aandelen in Intrum AB zijn genoteerd aan de beurs in Zweden. In de periode 2011-2014 waren [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 4] CEO, respectievelijk CFO van Intrum AB. Ook [geïntimeerde sub 6] , [geïntimeerde sub 5] en [geïntimeerde sub 7] zijn werkzaam bij de Intrum groep.
Buckaroo). De overige aandeelhouders in Buckaroo waren oprichter [A] (4,76%), bestuurder [B] (15,87%) en de aan hen gelieerde vennootschappen Dancing Hills B.V. (15,24%), Ingvest 1 B.V. (42,91%) en Erimaxco Groeifonds B.V. (10%) (samen met Ingenium hierna: de
voormalig aandeelhouders). Buckaroo legt zich hoofdzakelijk toe op het aanbieden van online betaaldiensten en van geautomatiseerde incassodiensten.
share purchase agreementaangegaan, uit hoofde waarvan de voormalig aandeelhouders alle aandelen in Buckaroo verkochten aan Intrum Justitia (hierna: de
koopovereenkomst). De koopprijs bestond uit een vaste vergoeding van € 8 miljoen (vermeerderd met bepaalde per de overname in de onderneming aanwezige waarden) en een resultaatsafhankelijke
earn out-vergoeding.
earn out-vergoeding zijn nader vastgelegd in een aparte overeenkomst die als bijlage bij de koopovereenkomst was gevoegd (hierna: de
earn out-overeenkomst). De
earn out-vergoeding was, samengevat, afhankelijk van de door Buckaroo over 2012, 2013 en 2014 behaalde resultaten (EBITDA). Om de voormalig aandeelhouders over het betrokken jaar aanspraak te geven op (een deel van) de
earn out-vergoeding moest ten minste 70% (2012 en 2014) of 80% (2013) van het voor dat jaar geprognosticeerde resultaat zijn behaald. Het totale bedrag dat de voormalig aandeelhouders uit hoofde van de
earn out-overeenkomst toekwam bedroeg – indien voormelde drempels over 2012, 2013 en 2014 steeds zouden worden behaald – minimaal € 14,97 miljoen en maximaal € 32 miljoen. Meer in het bijzonder was in de (op 31 januari 2012 nog gewijzigde)
earn out-overeenkomst, voor zover hier van belang het volgende bepaald:
Earn-Out Payments” (…)) in an amount not exceeding EUR 32,000,000 shall be made in cash by the Purchaser to the Sellers for the financial years ending on 31 December 2012 (“
FYE 2012”), 31 December 2013 (“
FYE 2013”) and 31 December 2014 (“
FYE 2014” and together with FYE 2012 and FYE 2013 the “
Earn-Out Period”). calculated in accordance with Article 2.2.
earn out-overeenkomst is een zogenaamde
commercial lettergevoegd, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
earn out-overeenkomst is een
entire agreement clauseopgenomen die luidt als volgt:
earn out-vergoeding van € 3.199.239,67 miljoen uitbetaald die betrekking had op het jaar 2012.
that Buckaroo will be part of lntrum Finance going forward. In reactie daarop heeft [B] op 13 september 2013 aan [geïntimeerde sub 7] per e-mail het volgende bericht:
earn out-overeenkomst.
earn out-vergoeding terug te betalen. (ECLI:NL:GHAMS:2016:4027, JOR 2017/118)
3.Beoordeling
earn out‑overeenkomst, dan wel wijziging van deze overeenkomst wegens onvoorziene omstandigheden met schadeloosstelling. Voorts vordert zij een verklaring voor recht dat Intrum AB gehouden is schade te vergoeden die Ingenium als gevolg van de wanprestatie van Intrum Justitia heeft geleden. Verder vordert zij een verklaring voor recht dat Intrum AB en de commissarissen onrechtmatig jegens Ingenium hebben gehandeld en zijn gehouden tot schadevergoeding. Ingenium vordert dat Intrum c.s. wordt veroordeeld tot betaling van € 2.143.020 met rente, met beslissing over de proceskosten, met rente en nakosten.
earn out-periode heeft verhangen naar Intrum Finance, waardoor Intrum Justitia een viertal specifieke verplichtingen uit hoofde van de
commercial letterniet langer kon nakomen, en Buckaroo de drempel voor de
earn out-vergoeding niet kon halen.
earn out-overeenkomst (rov. 4.2). Het verweer van Intrum c.s. dat de verhanging geen gevolgen heeft gehad voor de mogelijkheid om de
earn out-vergoeding te realiseren, dat Intrum c.s. de
commercial lettervoorafgaand aan de overeenkomst niet heeft onderschreven (
endorsed) en dat de geprognosticeerde resultaten door verschillende (interne) ontwikkelingen zijn bemoeilijkt, is naar het oordeel van de rechtbank door Ingenium onvoldoende gemotiveerd weersproken. Daarom kan niet worden aangenomen dat Intrum Justitia is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen (rov. 4.4-4.6). Verder heeft de rechtbank de vorderingen op grond van onvoorzienbare omstandigheden afgewezen met als redengeving dat niet kan worden geoordeeld dat Intrum Justitia (zijnde de wederpartij van Ingenium) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten (rov. 4.7-4.8). Ook de vorderingen jegens de commissarissen en Intrum AB heeft de rechtbank afgewezen.
grieven 1 tot en met 4bestrijden de uitleg door de rechtbank van de
earn out-overeenkomst. Partijen zijn volgens Ingenium in de
commercial letter(ook wel aangeduid als
commercial agreement) op hoofdlijnen overeengekomen hoe de door Buckaroo gevoerde onderneming gedurende de
earn out-periode zou worden voortgezet. Het beleid dat daarin is vastgelegd, ligt vervolgens ten grondslag aan de prognose over de periode 2012-2014. Op basis van deze prognose hebben partijen de
earn out-overeenkomst gesloten. Dit blijkt onder meer uit de woorden
and taking into account the commercial agreement between the Parties as set forth in Schedule [2]in artikel 4 van de
earn out-overeenkomst. Hieruit volgt dat de kernactiviteiten zouden worden voortgezet, technische applicaties zouden worden aangesloten, de kernactiviteiten van Buckaroo zouden worden aangeboden aan Klanten van Intrum Justitia en dat een Europese uitrol van de activiteiten van Buckaroo zou plaatsvinden. De rechtbank heeft daarom een onjuiste uitleg aan de
earn out-overeenkomst gegeven, aldus steeds Ingenium.
earn out-overeenkomst is tot stand gekomen tussen professionele partijen die zich bij de uitvoerige onderhandelingen hebben laten bijstaan door advocaten en accountants. Onder die omstandigheden dient voor het antwoord op de vraag welke zin partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijze aan
earn out-overeenkomst mochten toekennen en wat zij te dien aanzien redelijkerwijze van elkaar mochten verwachten, als uitgangspunt beslissend gewicht te worden toegekend aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de bewoordingen van de specifieke bepalingen daarvan, gelezen in het licht van de overige, voor de uitleg relevante bepalingen van de
earn out-overeenkomst.
commercial letterblijkens artikel 4 van de
earn out-overeenkomst in aanmerking moet worden genomen bij het bepalen van het beleid van Buckaroo. De bewoordingen van artikel 4 zijn evenwel niet zodanig dwingend dat de
commercial letterin alle gevallen leidend is. Daarin wordt (slechts) gesproken van
taking into account, terwijl dit artikel verder juist benadrukt dat het beleid vrijelijk zal worden bepaald door Intrum Justitia (
Nothing contained in this Agreement shall impair or restrict the Purchaser’s ability to conduct its businesses (…) as it deems fit in its sole discretion). Daar komt bij dat Intrum Justitia haar beleid niet specifiek dient te richten op het bewerkstelligen van een betaling op grond van de
earn out-overeenkomst (
The Purchaser has no obligation to operate the Group in order to achieve any Earn-Out Payment). Ingenium heeft ook erkend dat er geen verplichting van deze strekking op Intrum Justitia rust (
the Sellers hereby waive any fiduciary duty of express or implied duty of the Purchaser to the Sellers (…) with respect to the achievement of the Earn-Out Payment(s) hereunder). Wel valt uit de tekst van de
earn out-overeenkomst af te leiden dat partijen de mogelijkheid hebben opengelaten dat schending van verplichtingen zoals vervat in de
commercial letteraanleiding kunnen zijn voor een vordering jegens Intrum Justitia (
No act, or failure to act, of the Purchaser other than with regard to its obligations as included in the commercial agreement as set forth in Schedule [2] shall give rise to a claim by the Sellers against the Purchaser that the Purchaser’s conduct (or lack thereof) caused the Sellers to fail to achieve any Earn-Out Payments hereunder). Een taalkundige uitleg leidt derhalve tot het volgende: Intrum Justitia kon na de transactie zelfstandig het beleid van Buckaroo bepalen. Haar handelen behoefde niet te zijn gericht op het verschuldigd worden van
earn out-betalingen. Wel diende zij rekening te houden met hetgeen is opgenomen in de
commercial letter, terwijl de mogelijkheid van een schadevordering wegens schending van een
verplichtingin de
commercial letterniet werd uitgesloten. Of, en zo, ja welke verplichtingen in de
commercial letterzijn opgenomen, valt aan de hand van artikel 4 niet te beantwoorden.
commercial letterbevat verschillende beleidsvoornemens met betrekking tot de door Buckaroo gevoerde onderneming. Onder meer is daarin opgenomen dat Buckaroo deel van
Payment Serviceszou blijven. Verder worden voornemens genoemd met betrekking tot de integratie van diensten en de uitrol van diensten in Europa. De
commercial letterlicht toe dat de
earn out-overeenkomst is gebaseerd op het ondernemingsplan 2012-2014 dat is opgesteld door de verkopende aandeelhouders. Voor zover daarin wordt gesproken over verbinding van de diensten van Intrum met die van Buckaroo en de Europese uitrol van diensten van Buckaroo in Europa, te beginnen in Nederland, Duisland en Frankrijk, bevat de
commercial letterdaaromtrent geen bindende tijdschema’s. Sterker, met betrekking tot de uitrol in Europa is met zo veel woorden bepaald dat een tijdschema nog moet worden overeengekomen.
received (but not endorsed)). Verder zijn onder het kopje
Feasibilityverscheidene voorbehouden opgenomen met betrekking tot de haalbaarheid van de voorgenomen uitrol naar nieuwe markten. Tegen deze achtergrond kan niet worden geoordeeld dat de
commercial letterverplichtingen bevat die in de gegeven omstandigheden kunnen leiden tot schadeplichtigheid aan de zijde van Intrum Justitia als gevolg van de schending ervan. Wat betreft de gestelde toezegging dat Buckaroo onderdeel van
Payment Serviceszou blijven, komt daar overigens nog bij dat [B] op 12 september 2013 met betrekking tot de (op dat moment nog voorgenomen) verhanging aan [geïntimeerde sub 7] heeft bericht dat wat hem betreft sprake was van
a wise decision(zie onder 2.10).
earn out-overeenkomst, gelezen in samenhang met de
commercial letter, kan daarom niet worden geoordeeld dat Intrum Justitia enige verplichting jegens Ingenium heeft aanvaard, die ertoe leidt dat zij een of meer
earn out-termijnen verschuldigd is geworden of op grond waarvan zij anderszins in de nakoming van de
earn out-overeenkomst is tekortgeschoten en op die grond schadeplichtig is. In aanmerking genomen de
entire agreement clause, heeft Ingenium onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan in weerwil van de tekst van de
earn out-overeenkomst en de
commercial letteranders moet worden geoordeeld. Ook is onvoldoende gemotiveerd gesteld dat partijen op latere datum nadere afspraken hebben gemaakt die voeren tot een andere slotsom. De omstandigheden dat partijen op 1 februari 2012 een stuurgroep hebben ingesteld die een actieplan met betrekking tot de commerciële samenwerking zou opstellen en dat de voorzitter van die stuurgroep in april 2012 is afgetreden, kunnen evenmin leiden tot het oordeel dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de
earn out-overeenkomst. Hetzelfde geldt voor de stelling dat Intrum Justitia Nederland de aan haar toebedeelde actiepunten van dat actieplan niet had geïmplementeerd en dat de verwachte synergievoordelen eind 2012 niet waren gerealiseerd. Ook heeft Ingenium tegen de achtergrond van de
earn out-overeenkomst onvoldoende feitelijk toegelicht dat zij jegens (een van) geïntimeerden rechten kan ontlenen aan de door haar gestelde toezegging van [geïntimeerde sub 5] dat de Intrum groep in 2013 voor een bedrag van € 1,5 miljoen aan de omzet van Buckaroo zou bijdragen. Aan nadere bewijslevering op dit punt komt het hof daarom niet toe.
commercial letterwel dwingende verplichtingen zou bevatten, deze verplichtingen in elk geval niet zonder ingebrekestelling kunnen leiden tot verzuim. Nu een ingebrekestelling ontbreekt – zoals de rechtbank in rov. 4.6 onbestreden heeft overwogen – moet de conclusie zijn dat Intrum Justitia in ieder geval niet in verzuim is komen te verkeren. De
grieven 5, 6 en 7bouwen op de voorgaande grieven voort en kunnen evenmin leiden tot vernietiging van het bestreden vonnis. Voor zover Ingenium nog heeft beoogd op te komen tegen de afwijzing van de op onvoorziene omstandigheden gegronde subsidiaire vordering onderschrijft het hof hetgeen de rechtbank in rov. 4.8 van het bestreden vonnis dienaangaande heeft overwogen.