In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van mishandeling van een buurtbewoner, waarbij hij deze in de rug heeft getrapt. De mishandeling vond plaats op 20 januari 2018, na een discussie tussen de verdachte en een buurtbewoonster. De aangever, die zich met de situatie bemoeide, werd door de verdachte mishandeld. Het hof heeft de verklaring van de aangever als betrouwbaar beoordeeld, en heeft geoordeeld dat er geen sprake was van noodweer, zoals door de raadsman van de verdachte werd aangevoerd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan de mishandeling. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met aftrek van de tijd die hij in verzekering heeft doorgebracht, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, evenals met de eerdere veroordelingen van de verdachte.