ECLI:NL:GHAMS:2019:820
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake economische machtspositie en voorlopige voorziening tussen VATFree NL B.V. en Schiphol Nederland B.V.
In deze zaak heeft VATFree NL B.V. (hierna: VATFree) hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een geschil tussen VATFree en Schiphol Nederland B.V. (hierna: SNBV) over de beëindiging van een concessieovereenkomst en de toegang tot de luchthaven Schiphol. VATFree, die actief is in het terugvorderen van btw voor niet-EU reizigers, heeft in eerste aanleg vorderingen ingesteld tegen SNBV, die zijn afgewezen. VATFree heeft vervolgens een incidentele vordering ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening, waarbij zij toegang tot de luchthaven wilde verkrijgen en het gebruik van brievenbussen wilde voortzetten.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de concessieovereenkomst per 1 november 2016 was geëindigd en dat VATFree geen recht meer had op de exploitatie van de brievenbussen. In het hoger beroep heeft VATFree de vorderingen herhaald en gesteld dat SNBV misbruik maakt van een economische machtspositie. Het hof heeft de incidentele vordering van VATFree afgewezen, omdat het hof van oordeel was dat VATFree niet in haar stellingen werd gevolgd. Het hof overwoog dat de concessieovereenkomst was geëindigd en dat er geen recht meer bestond op de exploitatie van de brievenbussen. De belangen van SNBV om niet gedwongen te worden samen te werken met een onbetrouwbare partner wogen zwaarder dan de belangen van VATFree.
Het hof heeft VATFree als de in het ongelijk gestelde partij verwezen in de proceskosten van het incident. De hoofdzaak zal op 21 mei 2019 voor pleidooien worden behandeld.