ECLI:NL:GHAMS:2019:804

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 februari 2019
Publicatiedatum
12 maart 2019
Zaaknummer
200.248.355/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek ondernemingsraad tot intrekking reorganisatieplan Erasmus MC

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, uitgesproken op 7 februari 2019, heeft de Ondernemingskamer de verzoeken van de ondernemingsraad van het Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam afgewezen. De ondernemingsraad had verzocht om voor recht te verklaren dat Erasmus MC niet in redelijkheid tot het besluit van 25 september 2018 tot vaststelling van het Reorganisatieplan kon komen. De ondernemingsraad stelde dat het Reorganisatieplan onvoldoende was onderbouwd en dat er niet adequaat was ingegaan op de vragen en bezwaren die door de ondernemingsraad waren geuit. Het hof oordeelde dat de ondernemingsraad niet voldoende had onderbouwd dat Erasmus MC niet in redelijkheid tot het besluit had kunnen komen. Het hof wees erop dat de adviesaanvraag voldeed aan de wettelijke vereisten en dat er een uitvoerig adviestraject had plaatsgevonden, waarin de ondernemingsraad de gelegenheid had gekregen om zijn bezwaren kenbaar te maken. De Ondernemingskamer concludeerde dat de ondernemingsraad in zijn bezwaren niet voldoende concreet was geweest en dat Erasmus MC op de meeste punten adequaat had gereageerd. De verzoeken van de ondernemingsraad werden dan ook afgewezen.

Uitspraak

beschikking
__________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.248.355/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 7 februari 2019
inzake
DE ONDERNEMINGSRAAD VAN ERASMUS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ROTTERDAM,
gevestigd te Rotterdam,
VERZOEKER,
advocaat:
mr. E.G.M. Huisman, kantoorhoudende te Tilburg,
t e g e n
de publiekrechtelijke rechtspersoon
ERASMUS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ROTTERDAM,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERDER,
advocaat:
mr. P.J. de Waal, kantoorhoudende te Rotterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal verzoeker worden aangeduid met de ondernemingsraad en verweerder met Erasmus MC.
1.2
De ondernemingsraad heeft bij op 23 oktober 2018 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht voor recht te verklaren dat Erasmus MC niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit van 25 september 2018 tot vaststelling van het Reorganisatieplan afdeling Marketing en Communicatie van het Erasmus MC (hierna: het Reorganisatieplan) en bij wijze van een voorziening (i) Erasmus MC te gebieden voornoemd besluit in te trekken en de gevolgen daarvan ongedaan te maken, (ii) Erasmus MC te verbieden handelingen te verrichten of te doen verrichten ter uitvoering van het besluit of onderdelen daarvan en (iii) Erasmus MC te gebieden de gevolgen die de tenuitvoerlegging van het besluit reeds heeft veroorzaakt ongedaan te maken. De ondernemingsraad heeft het verzochte onder (ii) en (iii) eveneens verzocht bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van het geding.
1.3
Erasmus MC heeft bij op 20 december 2018 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
1.4
Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 10 januari 2019. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2.De vaststaande feiten

2.1
Erasmus MC is een universitair medisch centrum, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
2.2
Op 5 september 2017 heeft Erasmus MC de ondernemingsraad advies gevraagd over het voorgenomen besluit tot vaststelling van het Reorganisatieplan. In de adviesaanvraag staat onder het kopje “
Managementsamenvatting” onder meer het volgende:

Erasmus MC wil in 2018 onomstotelijk erkend zijn als het beste UMC van Nederland en meespelen in de wereldwijde ‘Champions League’. Om die ambitie te verwezenlijken is veel nodig. Onder meer een afdeling Communicatie die hieraan bijdraagt door zorg te dragen voor merk en reputatie (…). De doelstellingen en activiteiten van de afdeling Communicatie zijn erop gericht de reputatie van het Erasmus MC verder uit te bouwen en te versterken. Dit vraagt gerichte interne en externe communicatie.”
In de managementsamenvatting staat voorts dat (i) het Reorganisatieplan een uitwerking is van de Contourennota die begin juli 2017 is opgesteld, (ii) de opbouw van het Reorganisatieplan is gebaseerd op de richtlijn, zoals beschreven in de Reorganisatiecode van Erasmus MC, (iii) eerst zal worden beschreven wat de visie is op de afdeling Communicatie, welke visie noodzakelijk is om de gewenste doelstellingen op het gebied van marketing en communicatie te realiseren en (iv) vervolgens zal worden ingegaan op de huidige afdeling communicatie, de hoofdlijnen van de herinrichting, de personele en financiële consequenties en de procesgang om tot het reorganisatieplan te komen met de vervolgstappen voor de komende maanden. Verder is verwoord dat de noodzakelijke transitie van de afdeling Communicatie (naar een afdeling Marketing en Communicatie) onder meer tot gevolg heeft dat de afdeling Communicatie zich ontwikkelt “
naar een sturende en regisserende reputatiebouwer”, dat er minder functies komen en dat de formatie met 7,24 fte zal afnemen, dat veel functies zullen wijzigen in aard en samenstelling van de werkzaamheden en dat er gewerkt zal worden met een
“flexibele schil”. In de inleiding van het Reorganisatieplan staat onder meer dat Erasmus MC een ijzersterk merk wil zijn en dat de reputatie van Erasmus MC weliswaar sterk is, maar dat Erasmus MC zich nog niet onderscheidt van andere UMC’s. In de adviesaanvraag staat voorts onder meer dat de afdeling Communicatie naast de focus op de externe positionering, een belangrijke taak heeft in het vormgeven en faciliteren van de interne communicatie. Paragraaf 4.3 van het Reorganisatieplan is gewijd aan de visie op de interne en externe communicatie. Het Reorganisatieplan bevat bijlagen met toelichtingen op diverse functies.
2.3
Op 26 september 2017 heeft een (informele) overlegvergadering met de ondernemingsraad plaatsgevonden, waarin het Reorganisatieplan is besproken. Onder meer is het onderwerp visie op communicatie aan de orde geweest. Afgesproken is dat vragen die zijn gesteld, maar nog niet zijn beantwoord, alsnog van een schriftelijk antwoord zullen worden voorzien.
2.4
Op 10 oktober 2017 heeft een tweede (informele) overlegvergadering met de ondernemingsraad plaatsgevonden, waarin vragen van de ondernemingsraad met betrekking tot het Reorganisatieplan zijn besproken. Afgesproken is onder meer dat de beantwoording van nog openstaande vragen door middel van een schriftelijke notitie zullen worden beantwoord.
2.5
In een notitie van 18 oktober 2017 is Erasmus MC ingegaan op resterende vragen van de ondernemingsraad.
2.6
Op 7 november 2017 heeft een (formele) overlegvergadering met de ondernemingsraad plaatsgevonden waarin de raad van bestuur een toelichting op het Reorganisatieplan heeft gegeven en vragen van de ondernemingsraad, waaronder die met betrekking tot de visie op communicatie, zijn besproken. In het verslag van de bijeenkomst staat dat de ondernemingsraad van mening is dat nog veel vragen onbeantwoord zijn en dat de raad van bestuur er mee instemt dat de ondernemingsraad zich het recht voorbehoudt het Reorganisatieplan nogmaals met de raad van bestuur te bespreken.
2.7
Bij e-mail van 14 december 2017 heeft de ondernemingsraad Erasmus MC op de hoogte gesteld van zijn voornemen een negatief advies uit te brengen over het Reorganisatieplan en zijn concept negatief advies bijgevoegd. In de e-mail staat dat voor deze aanpak is gekozen om een dialoog over de toekomst van de afdeling Communicatie tot stand te brengen. In het concept negatief advies staat onder meer dat vragen van de ondernemingsraad onvoldoende zijn beantwoord, dat het Reorganisatieplan onvoldoende concreet is onderbouwd, dat de (personele) gevolgen van de reorganisatie onvoldoende zijn uitgewerkt, dat het Reorganisatieplan niet volledig voldoet aan de Reorganisatiecode Erasmus MC en dat toezeggingen, gedaan in het medezeggenschapstraject, niet zijn nagekomen. In het conceptadvies is de ondernemingsraad onder meer ingegaan op de visie op communicatie. Hij heeft in dat verband naar voren gebracht dat er te weinig aandacht is voor de (interne) communicatie, dat het Reorganisatieplan uitsluitend gaat over externe beeldvorming (het merk Erasmus MC) en dat de afdeling Communicatie in feite wordt omgevormd tot een afdeling Marketing.
2.8
Het bestuur van Erasmus MC heeft vervolgens te kennen gegeven open te staan voor een dialoog, met het reorganisatieplan en het conceptadvies van de ondernemingsraad als vertrekpunt. De ondernemingsraad beoogde een dialoog over de visie op de communicatie. Het bestuur van Erasmus MC heeft daarop voorgesteld om op 9 januari 2018 de dialoog te starten en eerst te bezien of overeenstemming kan worden bereikt over het onderwerp van de dialoog. Op 9 januari 2018 heeft de voorzitter van de ondernemingsraad telefonisch aan de raad van bestuur van Erasmus MC medegedeeld dat de visie en daarmee het Reorganisatieplan van tafel moet.
2.9
Op 22 januari 2018 heeft Erasmus MC de ondernemingsraad onder meer bericht dat het conceptadvies een constructieve bijdrage aan het proces is, dat de door de ondernemingsraad geplaatste kanttekeningen in de bijgevoegde reactie zijn voorzien van antwoorden en waar mogelijk van nadere schriftelijke informatie in bijlagen en dat Erasmus MC er naar streeft om de ondernemingsraad in de positie te brengen waarin tot een definitief advies kan worden gekomen. Erasmus MC is bereid, aldus de e-mail, een nadere toelichting te geven en de ondernemingsraad van alle benodigde extra informatie te voorzien. Bij de bijlagen zit naast de inhoudelijke reactie van Erasmus MC op het concept negatief advies onder meer een business case, een verslag van acties die zijn ondernomen met betrekking tot sociale onveiligheid en een beschrijving van de wijze waarop opmerkingen van de ondernemingsraad op de Contourennota zijn verwerkt in het Reorganisatieplan. In de inhoudelijke reactie is onder meer als volgt ingegaan op het bezwaar van de ondernemingsraad dat er te weinig aandacht is voor interne communicatie:

Wij kunnen ons deze zorg voorstellen omdat de nadruk in het reorganisatieplan ligt op het ontwikkelen van marketingcommunicatie. Deze marktgerichtheid is nieuw en nodig voor het Erasmus MC. Maar dit laat onverlet dat de interne communicatie vanzelfsprekend blijft bestaan. Het reorganisatieplan benadrukt in par. 4.3.1. juist het belang en behoud van interne communicatie. De werkwijze wordt wel anders. (…) Blijkbaar is dit bij de overleggen van de afgelopen maanden nog niet afdoende toegelicht. Graag vernemen we van u welke concrete vragen u nog heeft en welke informatie wij nog kunnen aanleveren om aan uw zorgen tegemoet te komen.”
2.1
Bij brief van 8 februari 2018 heeft de ondernemingsraad Erasmus MC bericht dat de ondernemingsraad in contacten met de raad van bestuur dringend heeft verzocht om een dialoog over de toekomst van de afdeling communicatie en dat hij zich grote zorgen maakt over de visie op de afdeling communicatie. De ondernemingsraad is van mening dat
“de visie op die afdeling van tafel moet met als logisch gevolg dat het reorganisatieplan niet meer volstaat. (…) De Raad van Bestuur (wil) hierover in principe geen dialoog (…) voeren, maar uitsluitend het conceptadvies (…) bespreken. De Ondernemingsraad heeft constant aangegeven hiermee niet akkoord te gaan. (…) De Ondernemingsraad (is) onaangenaam verrast over het feit dat de raad van bestuur er nu kennelijk voor heeft gekozen om alsnog inhoudelijk te reageren op het conceptadvies van de Ondernemingsraad. Dit terwijl de Ondernemingsraad dus constant heeft aangegeven juist hierover niet in gesprek te willen gaan. De Ondernemingsraad kan daarmee dan ook niets anders dan tot de conclusie komen dat aan zijn verzoek tot het voeren van een dialoog over de toekomst van de afdeling Communicatie geen gehoor wordt gegeven. De Ondernemingsraad ziet zich dan ook genoodzaakt om over te gaan tot het uitbrengen van het definitieve advies. (…).
2.11
Erasmus MC heeft bij brief van 15 februari 2018 gereageerd. In de brief staat onder meer dat de visie op de afdeling communicatie, het Reorganisatieplan, de adviesaanvraag en het conceptadvies met elkaar verbonden zijn en in samenhang onderwerp kunnen zijn van een dialoog met de ondernemingsraad. De brief vervolgt met: “
We zijn dan ook uiteraard altijd bereid om in dialoog te gaan over de toekomst van de afdeling Communicatie. De door de Ondernemingsraad aan deze dialoog gestelde voorwaarde (namelijk dat de visie op de afdeling Communicatie en het reorganisatieplan van tafel moet) staat daar dan echter wel aan in de weg. De Ondernemingsraad heeft eerder in [zijn] concept advies aangegeven dat bepaalde vragen nog onvoldoende beantwoord zijn. Om die reden is besloten een inhoudelijke reactie te geven op uw concept advies met de uitnodiging om op basis van aanvullende informatie en uitleg met elkaar in gesprek te gaan. Uit uw brief blijkt duidelijk dat u niet op deze uitnodiging in wilt gaan. Dit vinden wij zeer spijtig, wat ons betreft blijft de uitnodiging nog steeds van kracht. Mocht u bij uw standpunt blijven om niet in gesprek te willen, verzoeken wij u gezien de omstandigheden om binnen een week na dato uw definitieve advies uit te brengen.”
2.12
Op 22 februari 2018 heeft de ondernemingsraad een negatief advies uitgebracht. Hij heeft daarin zijn bezwaren tegen het Reorganisatieplan, zoals verwoord in het conceptadvies – en met betrekking tot de visie op communicatie letterlijk - herhaald. Voorts staat in het advies dat de ondernemingsraad in telefonische contacten met de raad van bestuur duidelijk heeft gemaakt dat de dialoog dient te gaan over de visie op de afdeling Communicatie, dat die visie zou moeten worden ingetrokken, een nieuwe visie zou moeten worden opgesteld, waarbij de inhoudelijke punten zoals verwoord in het conceptadvies zijn geadresseerd en dat de raad van bestuur hiertoe niet bereid is gebleken. Om die reden brengt de ondernemingsraad een negatief advies uit, aldus de ondernemingsraad in zijn advies.
2.13
Bij brief van 26 maart 2018 heeft Erasmus MC gereageerd op het advies van de ondernemingsraad. In de brief staat onder meer dat in het advies het conceptadvies nagenoeg volledig is gehandhaafd en dat de ondernemingsraad in zijn advies volledig voorbij lijkt te gaan aan de reactie die Erasmus MC bij brief van 22 januari 2018, met bijlagen, heeft gegeven op het conceptadvies. Volgens Erasmus MC is er een disbalans in de adviesprocedure ontstaan en zijn er aanwijzingen dat dit is terug te voeren op een verschillende opvatting over de rolverdeling tussen de raad van bestuur en de ondernemingsraad. Het ontwikkelen van een visie behoort tot het domein van de raad van bestuur, eventuele besluiten die uit die visie voortvloeien en die adviesplichtig zijn vallen onder het adviesrecht van de ondernemingsraad, zoals het onderhavige Reorganisatieplan, aldus Erasmus MC. Erasmus MC heeft in de brief voorgesteld om voorafgaand aan de definitieve besluitvorming, die zal worden aangehouden, eerst een mediationtraject in te gaan en met het oog daarop afspraken te maken over een gezamenlijk aan te wijzen mediator, om vervolgens op korte termijn met elkaar in gesprek te gaan over rolverdeling en verhoudingen.
2.14
Bij brief van 11 april 2018 heeft de ondernemingsraad aan Erasmus MC bericht dat hij de genoemde disbalans niet herkent en dat de mediation uitsluitend dient te zien op het Reorganisatieplan en dat “
de raad van bestuur en de Ondernemingsraad gezamenlijk er niet aan ontkomen een mediationtraject in te gaan dat kan leiden tot een visie op de afdeling Marketing en Communicatie.”
2.15
De mediation tussen Erasmus MC en de ondernemingsraad is niet van de grond gekomen onder andere omdat partijen het niet eens konden worden over het onderwerp van de mediation.
2.16
Bij besluit van 25 september 2018 heeft Erasmus MC het Reorganisatieplan vastgesteld. Bij brief van gelijke datum is het besluit aan de ondernemingsraad bekend gemaakt. In de brief staat onder meer dat het tijdsverloop, de belangen van het ziekenhuis en de betrokken medewerkers er toe leiden dat verder uitstel geen optie is en dat tot besluitvorming moet worden overgegaan. In de brief staat voorts dat de ondernemingsraad in zijn definitief advies goeddeels voorbij gaat aan de reactie van de raad van bestuur in zijn brief van 22 januari 2018, met bijlagen. In de brief is het hierna volgende overzicht opgenomen van vragen en opmerkingen die de ondernemingsraad heeft gemaakt in het advies en de reactie daarop van Erasmus MC:

3.De gronden van de beslissing

3.1
De ondernemingsraad heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat Erasmus MC bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit van 25 september 2018 tot vaststelling van het Reorganisatieplan. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Erasmus MC heeft (voorafgaand aan de adviesaanvraag van 5 september 2017) het aan de ondernemingsraad toegekende – bovenwettelijke – adviesrecht over verbeterplannen aangaande het Servicebedrijf en de daarin neergelegde visie over de afdeling Communicatie niet gehonoreerd;
Erasmus MC heeft zich niet gehouden aan de toezegging dat er bij het aanbieden van het Reorganisatieplan zou worden teruggekomen op de wijze waarop de opmerkingen van de ondernemingsraad op het voorafgaande concept verbeterplan zijn verwerkt in het Reorganisatieplan;
Erasmus MC heeft zich niet gehouden aan de toezegging dat in het Reorganisatieplan zou worden opgenomen welke acties zijn uitgevoerd om door medewerkers ervaren sociale onveiligheid aan te pakken;
het Reorganisatieplan voldoet niet aan de Reorganisatiecode van Erasmus MC;
het doel van de reorganisatie en de wijze waarop het doel zou moeten worden gerealiseerd, blijkt onvoldoende uit het Reorganisatieplan. Welke visie en missie worden nagestreefd blijft onduidelijk, er is geen duidelijk plan van aanpak; de planning geeft geen inzicht in de implementatie;
het Reorganisatieplan geeft geen inzicht in het afstoten van taken;
het Reorganisatieplan geeft geen inzicht in de verwachte financiële gevolgen, bovendien ontbrak bij de adviesaanvraag een business case, hetgeen in strijd is met de Reorganisatiecode; aan de later toegevoegde business case kleven bezwaren die de ondernemingsraad naar voren heeft gebracht en waarop niet is gereageerd;
et is niet duidelijk hoe het organisatiemodel van het Reorganisatieplan kan bijdragen aan een goede balans tussen personeelsbudget en materieel budget;
de visie op de afdeling communicatie maakt onderdeel uit van het Reorganisatieplan en valt als een zelfstandig onderdeel onder het adviesrecht van de ondernemingsraad;
in (de visie van) het Reorganisatieplan is er te weinig aandacht voor de interne communicatie; de opmerkingen van de ondernemingsraad hieromtrent zijn niet ter harte genomen; in feite wordt de afdeling Communicatie omgevormd tot een afdeling Marketing; de interne communicatie wordt ingegeven door de merkstrategie, zoals ook blijkt uit de nader omschreven functies in het Reorganisatieplan;
het is niet duidelijk hoe de reorganisatie uitpakt, er is pas bij de reactie op 22 januari 2018 een link opgenomen naar de producten- en dienstencatalogus; onduidelijk is wat de basisdienstverlening van de afdeling Communicatie zal zijn en welke producten en diensten zullen worden verzorgd door “
de flexibele schil” en of daarmee sprake is van outsourcing;
het Reorganisatieplan biedt onvoldoende inzicht in de financiële gevolgen van de Reorganisatie;
de personele gevolgen zijn in het Reorganisatieplan onvoldoende uitgewerkt en onderbouwd; het aantal benodigde fte’s is onvoldoende toegelicht, de boventalligheid van 7,24 fte is niet duidelijk; personele gevolgen op decentraal niveau zijn niet uitgewerkt;
inhoudelijk is er onvoldoende informatie bekend over (de gevolgen van) de reorganisatie; wezenlijke informatie ontbreekt.
3.2
Erasmus MC heeft zich gemotiveerd verweerd. De Ondernemingskamer zal hieronder waar nodig op dit verweer ingaan.
3.3
De Ondernemingskamer stelt voorop dat de ondernemingsraad in de hierboven weergegeven stellingen is blijven steken in algemene opmerkingen die onvoldoende zijn geconcretiseerd. In het bijzonder is de ondernemingsraad, zowel in zijn advies van 22 februari 2018 als in het verzoekschrift niet inhoudelijk ingegaan op de reactie van het bestuur van Erasmus MC van 22 januari 2018 op het conceptadvies van 14 december 2017. Voor zover daaraan de opvatting van de ondernemingsraad ten grondslag ligt dat het adviestraject aan de ondernemer geen ruimte biedt voor aanvulling of verbetering van de adviesaanvraag, geldt dat die opvatting niet juist is. De adviesaanvraag dient een overzicht te bevatten van de beweegredenen voor het besluit en van de verwachte personele gevolgen en van de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen (artikel 25 lid 3 WOR) en de ondernemer is primair verantwoordelijkheid voor een goed verloop van het medezeggenschapstraject. Dat staat er evenwel niet aan in de weg dat de ondernemer naar aanleiding van vragen of opmerkingen van de ondernemingsraad (of uit eigen beweging) in de periode tussen de datum van de adviesaanvraag en het (definitieve) advies van de ondernemingsraad, nadere informatie aan de ondernemingsraad verstrekt en/of omissies in de adviesaanvraag herstelt. Dat geldt in het bijzonder in het onderhavige geval waarin de adviesaanvraag van 5 september 2017 voldoet aan de wettelijke vereisten en is gevolgd door een uitvoerig adviestraject – onder meer bestaande uit twee informele overlegvergaderingen, telkens gevolgd door schriftelijke beantwoording van vragen van de ondernemingsraad, een formele overlegvergadering, een conceptadvies van de ondernemingsraad en een reactie van de ondernemer op dat conceptadvies – voorafgaand aan het (definitieve) advies van de ondernemingsraad. Van de ondernemingsraad had mogen worden verwacht dat hij in zijn definitieve advies de alsnog verstrekte informatie en toelichtingen had betrokken en daarop zo nodig in het verzoekschrift nader was ingegaan. Nu de ondernemingsraad dat heeft nagelaten, strandt daarop een groot aantal van zijn bezwaren.
3.4
Zo heeft de ondernemingsraad niet kunnen volstaan met de stelling dat het Reorganisatieplan niet voldoet aan de Reorganisatiecode (hierboven 3.1 sub d). Hij is niet ingegaan op het feit dat Erasmus MC blijkens het hierboven gegeven overzicht een aanvankelijk ontbrekende evaluatie heeft toegevoegd, nadat de ondernemingsraad er volgens Erasmus MC terecht op had gewezen dat deze evaluatie volgens de Reorganisatiecode moest worden opgenomen. Het verwijt dat Erasmus MC zich niet heeft gehouden aan de hierboven onder 3.1 sub b en sub c genoemde toezeggingen is eveneens ongegrond. Blijkens het hierboven weergegeven overzicht waren deze toezeggingen aanvankelijk niet nagekomen, maar is dit hersteld in de bijlagen bij de brief van 22 januari 2018. Om dezelfde reden snijdt het verwijt dat er geen business case was toegevoegd geen hout: die is later toegevoegd. Een nadere inhoudelijke concretisering van hetgeen de ondernemingsraad onder 3.1 sub g heeft aangevoerd met betrekking tot het ontbreken van inzicht in de financiële gevolgen ontbreekt. Ook ten aanzien van dit punt heeft Erasmus MC gehoor geven aan eerder geuite kritiek van de ondernemingsraad door bij brief van 22 januari 2018 een business case aan de ondernemingsraad te verstrekken, welke was voorzien van een positief advies van de afdeling Control & Compliance, terwijl eveneens hoofdstuk 8 van het Reorganisatieplan (“
Financiële consequenties”) is aangepast. De Ondernemingskamer verwijst naar het hierboven weergegeven overzicht, punt 11. Ook het verwijt dat het doel van de reorganisatie en de wijze waarop dit doel moet worden gerealiseerd onvoldoende uit het Reorganisatieplan blijkt (hierboven 3.1 sub e) treft geen doel: de stelling is te vaag in het licht van de tijdens het adviestraject verschafte informatie. Een nadere concretisering ontbreekt eveneens van de hierboven weergeven stellingen onder 3.1 f, h en k tot en met n. In dat verband wijst de Ondernemingskamer wederom naar het hierboven weergegeven overzicht, waaruit blijkt dat Erasmus MC op deze punten een reactie heeft gegeven (zie achtereenvolgens voor f punt 13; h, punt 7; k de punten 12 tot en met 14; l punt 11; m punt 8 en punt 10 van het overzicht). Dat Erasmus MC deze punten heeft geadresseerd, zoals weergegeven in het overzicht, blijkt uit de overgelegde stukken en is door de ondernemingsraad niet betwist. De ondernemingsraad is inhoudelijk niet nader op deze punten ingegaan, in het definitieve advies, noch in het verzoekschrift. Met betrekking tot hetgeen de ondernemingsraad naar voren heeft gebracht over het ontbreken van wezenlijke informatie (hierboven 3.1 sub n) overweegt de Ondernemingskamer dat de ondernemingsraad niet duidelijk heeft gemaakt wélke informatie nog ontbreekt, terwijl Erasmus MC in de brief van 22 januari 2018 de bereidheid heeft uitgesproken de ondernemingsraad van alle benodigde extra informatie te voorzien. Hij is daar vervolgens niet op ingegaan.
3.5
De Ondernemingskamer acht het op grond van hetgeen door Erasmus MC is gesteld en hetgeen in de brief van 8 februari 2018 (hierboven onder 2.10) naar voren is gekomen aannemelijk dat de ondernemingsraad geen inhoudelijke reactie op de brief van 22 januari 2018 met bijlagen heeft
willengeven omdat Erasmus MC niet is ingegaan op de voorwaarde die de ondernemingsraad aan een dialoog met Erasmus MC had gesteld, te weten dat de visie op de afdeling Communicatie en daarmee het Reorganisatieplan eerst van tafel moest. Dat komt ook tot uitdrukking in het negatief advies. Met deze houding heeft de ondernemingsraad de taakverdeling tussen hem en Erasmus MC miskend en heeft hij een constructieve voortzetting van het adviestraject belemmerd.
3.6
De Ondernemingskamer zal hieronder nader ingaan op de stellingen van de ondernemingsraad onder 3.1 sub a, i en j. Ter terechtzitting is naar voren gekomen dat de kern van de bezwaren van de ondernemingsraad betrekking heeft op de visie van Erasmus MC op de afdeling communicatie en wijze waarop Erasmus MC de ondernemingsraad bij de advisering over die visie heeft betrokken.
3.7
De Ondernemingskamer overweegt dat, anders dan de ondernemingsraad heeft gesteld, een visie van de raad van bestuur op de afdeling Communicatie op zich zelf niet adviesplichtig is. Voor zover de visie van het bestuur van Erasmus MC op de taak en positie van de afdeling Communicatie de beweegreden (in de zin van artikel 25 lid 3 WOR) vormt voor de reorganisatie van die afdeling, dient de desbetreffende adviesaanvraag voldoende inzicht te bieden in die visie. De ondernemingsraad kan zijn opvatting over die visie betrekken in zijn advisering.
3.8
De adviesaanvraag van 5 september 2017 is onder meer voorafgegaan door verbeterplannen voor verschillende onderdelen (“pijlers”) van het Servicebedrijf, waaronder de afdeling Communicatie, waarop de ondernemingsraad bij brief van 30 juni 2016 heeft gereageerd. Vervolgens is op 22 november 2016 een concept verbeterplan voor de afdeling Communicatie met de ondernemingsraad besproken. Op 5 juli 2017 is de Contourennota Marketing en Communicatie aan de ondernemingsraad toegezonden, waarbij de aanbieding van het reorganisatieplan op 5 september 2017 is aangekondigd. Het dagelijks bestuur van de ondernemingsraad heeft op 27 juli 2017 gereageerd op de contourennota. De Ondernemingskamer ziet in de genoemde stukken (en ook overigens) geen aanknopingspunten voor de stelling van de ondernemingsraad dat aan hem een bovenwettelijk adviesrecht is toegekend met betrekking tot de verbeterplannen of de contourennota. Zoals Erasmus MC naar voren heeft gebracht, kan uit de stukken die vooraf zijn gegaan aan de advisering over het Reorganisatieplan slechts worden afgeleid dat Erasmus MC het (wettelijke) adviesrecht van de ondernemingsraad zou respecteren en dat er procesafspraken zijn gemaakt.
3.9
Tot slot de stelling onder 3.1 sub j. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is ook deze stelling onvoldoende uitgewerkt. Paragraaf 4.3.1. van het ter advisering voorgelegde Reorganisatieplan heeft betrekking op de interne communicatie. In reactie op het concept advies van de ondernemingsraad, heeft Erasmus MC bij brief van 22 januari 2018 toegelicht dat in het reorganisatieplan de nadruk ligt op het ontwikkelen van marketingcommunicatie maar dat dit het belang van de interne communicatie onverlet laat. In het besluit van 25 september 2018 is paragraaf 4.3.1 uitgebreid. De ondernemingsraad is niet ingegaan op de door Erasmus MC aangebrachte wijzigingen in paragraaf 4.3.1 van het Reorganisatieplan (“
Interne Communicatie”) naar aanleiding van het advies van de ondernemingsraad. Hij heeft volstaan met het herhalen van zijn standpunt, zonder dit nader te concretiseren. In die paragraaf wordt naar voren gebracht dat interne communicatie belangrijker is dan ooit, dat met de komst van een nieuw intranet, actualiteit en interactie belangrijker worden, dat communicatie meer “
bottom up”moet en minder “
top down”en dat er met het oog hierop een cultuur- en organisatieverandering moet plaatshebben, dat interne communicatie onverminderd een speerpunt blijft en dat de merkstrategie en de daar uit voortvloeiende campagnes altijd een interne component zullen hebben, en dat er campagnes zullen zijn die volledig intern gericht zijn. Voorts staat er in die paragraaf, naar aanleiding van opmerkingen van de ondernemingsraad, dat de afdeling Marketing en Communicatie stuurt op een open en personeelsvriendelijke cultuur binnen Erasmus MC, dat met de afdeling Communicatie en Marketing medewerkers worden gestimuleerd en getraind om kritisch te zijn over behandelingen die mis gaan, wetenschappelijke integriteitskwesties, frauderende medewerkers, uitbraken van bacteriën in het ziekenhuis, dierproeven en organisatieontwikkelingen. Tot slot wordt opgemerkt dat met het nieuwe intranet het gemakkelijker wordt “
om binnen kaders zelf stukken te plaatsen zonder tussenkomst van ongeacht welke afdeling dan ook.” De ondernemingsraad is hier niet nader op ingegaan en heeft evenmin zijn stelling over de nader beschreven functies inzichtelijk gemaakt.
3.1
De slotsom luidt dat de door de ondernemingsraad aangevoerde feiten en omstandigheden, ieder afzonderlijk dan wel in onderlinge samenhang bezien, niet kunnen leiden tot het oordeel dat Erasmus MC niet in redelijkheid tot het besluit van 25 september 2018 heeft kunnen komen. De verzoeken zullen worden afgewezen.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. mr. F. van der Wel RA, prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk en in het openbaar uitgesproken door mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar op 7 februari 2019.