Bij notariële akte van 27 oktober 1981 (hierna: de 1981-akte), verleden voor mr. [naam] , destijds notaris te [plaats] , is door [de familie X] circa 46 hectare bouw- en weiland met opstallen gelegen aan en nabij [plaats] in eigendom overgedragen aan de [naam] te [plaats] (hierna: [de BV] ) voor een bedrag van NLG 1.022.770,- . In deze akte is, voor zover hier van belang, bepaald (alle onderstrepingen door het hof):
“Gemelde overeenkomst van verkoop en koop is voorts aangegaan onder de navolgende bepalingen en bedingen:
A. Door koper zal bij de daartoe geëigende instanties eenontzandingsvergunningten behoeve van zand- en grintwinning worden aangevraagd. Na het definitief verkrijgen van deze vergunning zal de koopprijs voor elke vierkante meter grond, die komt te liggen binnen de lijn van het ontzandingsplan opgenomen in de door Gedeputeerde Staten van [plaats] te verlenen ontzandingsvergunning worden verhoogd met twee gulden (..).
(..)
Koper is verplicht deze ontzandingsvergunning zo spoedig mogelijk bij de daartoe geëigende instanties aan te vragen, doch uiterlijk vóór vier juni negentienhonderd twee en tachtig[hof: 4 juni 1982]
. Koper is verplicht al het mogelijke te verrichten hetgeen nuttig of noodzakelijk is om genoemde ontzandingsvergunning te verkrijgen.
B. Gemelde overeenkomst van verkoop en koop geschiedt onder deontbindende voorwaardedat koper nietbinnen zeven jaarna heden gemelde ontzandingsvergunning definitief verkrijgt, met dien verstande, dat deze ontbindende voorwaarde slechts zal gelden voor die percelen waarvoor verkoper of één of meer hunner deze ontbindende voorwaarde in vervulling wenst te laten gaan en dat deze ontbindende voorwaarde in vervulling gaat op het hierna omschreven tijdstip.
Verkoper dientbinnen één jaarnadat definitief bekend is dat geen ontzandingsvergunning wordt verleend, ofbinnen één jaarnadat gemelde termijn van zeven jaar is verstreken en in die tijd geen ontzandingsvergunning is verleend, aan koper mede te delen voor welk(e) perceel (percelen) hij de ontbindende voorwaarde in vervulling wenst te laten gaan. (..)
Indien verkoper niet binnen de gestelde termijn van één jaar bij aangetekend schrijven aan koper zijn keuze heeft kenbaar gemaakt heeft verkoper na verloop van deze termijn niet meer het recht deze overeenkomst geheel of deels te ontbinden.
(..)
C. Zodra aan koper genoemde ontzandingsvergunning wordt verleend heeft verkoper het recht om de kleispecie welke zich bevindt in het bij deze verkochte afzonderlijk aan derde(n) te verkopen, en daarvan de koopsom te ontvangen.
(..)
H. Ingeval de in sub A bedoelde ontzanding- en ontgrinding naar het oordeel van koper geheel is voltooid, iskoper verplicht het bij deze verkochte wederom in eigendom aan de verkoper over te dragen voor een symbolisch bedrag van een gulden.”