In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een appartementencomplex en een appartementseigenaar, aangeduid als [geïntimeerde]. De zaak betreft de weigering van de VvE om toestemming te verlenen voor het stallen van een scootmobiel van [geïntimeerde] in de gemeenschappelijke containerruimte van het complex. De VvE had op 15 augustus 2017 met een meerderheid van stemmen besloten geen toestemming te verlenen, wat [geïntimeerde] als onredelijk en in strijd met de billijkheid aanvoerde. Het hof oordeelde dat de VvE bij haar besluit niet in redelijkheid tot de weigering had kunnen komen, gezien de noodzaak van de scootmobiel voor [geïntimeerde] en het feit dat er geen reële alternatieven waren voor het stallen van de scootmobiel. Het hof heeft de eerdere beschikking van de kantonrechter bekrachtigd en verleende vervangende machtiging aan [geïntimeerde] voor het gebruik van de containerruimte als stallingsplaats voor haar scootmobiel. Het hof benadrukte dat de VvE in de toekomst de mogelijkheid heeft om de toestemming in te trekken indien andere leden van de VvE een groter belang hebben bij de gemeenschappelijke ruimte.