Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Gebruikt u medicijnen die slechts op recept verkrijgbaar zijn? (m.u.v. anticonceptie)’ vraagt London simpelweg of [appellante] medicijnen op voorschrift van de dokter kreeg. Dat London hiermee slechts het oog zou hebben gehad op medicijnen die tot doel hebben het genezen of voorkomen van ziektes of aandoeningen, en dus niet het bestrijden van pijn, volgt niet uit de letterlijke tekst en past evenmin bij het hiervoor beschreven doel van de vragen. Het hof volgt [appellante] niet in haar betoog dat het woord medicijnen in het gewone spraakgebruik slechts in die beperkte zin wordt gebruikt. Het - ook door de advocaat van [appellante] gebruikte - woord pijnmedicatie wijst reeds op het tegendeel. Het woord medicijnen wordt over het algemeen ook gebruikt voor pijnstillers en andere farmaceutische producten die niet direct een genezende werking hebben. Dat ook London het woord in deze ruimere zin heeft gebruikt volgt – ten overvloede - uit het feit dat zij expliciet heeft toegevoegd dat de vraag geen betrekking heeft op anticonceptiemiddelen. Als de door [appellante] bepleite enge betekenis van het woord medicijnen was bedoeld, was deze toevoeging immers overbodig geweest. Anticonceptiemiddelen zijn evident geen genezende medicijnen.