ECLI:NL:GHAMS:2019:722
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van minderjarige in het belang van de verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de kinderrechter van 7 mei 2018, waarin de minderjarige onder toezicht was gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam (GI) en een machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De moeder betoogde dat de gronden voor de uithuisplaatsing niet aanwezig waren, en dat zij in staat was om met hulpverlening een veilige opvoedomgeving te bieden.
Het hof heeft echter vastgesteld dat er al geruime tijd ernstige zorgen waren over de ontwikkeling van [de minderjarige] en de opvoedcapaciteiten van de ouders. De moeder had te maken met psychische problematiek, en er waren zorgen over de opvoedomgeving, waaronder gedragsproblemen van de minderjarige. Ondanks de inzet van hulpverlening was er onvoldoende verbetering in de situatie. Het hof oordeelde dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was in het belang van de verzorging en opvoeding van [de minderjarige]. De beschikking van de kinderrechter werd bekrachtigd, en het hof verzocht om een afschrift van de uitspraak naar de rechtbank Noord-Holland te zenden voor het openbaar register.
Het hof merkte op dat het momenteel goed gaat met [de minderjarige] bij de grootouders van vaderszijde en dat er positieve ontwikkelingen zijn in de behandeling bij de Bascule, met als doel terugplaatsing bij de moeder. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de ontwikkeling van de minderjarige en de noodzaak van een veilige opvoedomgeving.