Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1]
1.Het verdere van het geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
Plants. Deze ondersteuning bestond onder meer uit het redigeren en van (taalkundig en inhoudelijk) commentaar en suggesties voorzien van de ruim 2.500 pagina’s van
Plantsen de opzet en indeling van dit boek (onder meer de alfabetische behandeling van de planten), het verstrekken aan [geïntimeerde] van inhoudelijke informatie en relevante literatuur, en het verrichten van promotionele activiteiten ten behoeve van
Plants. [redacteur] was in het bijzonder geschikt voor haar (redactionele en inhoudelijke) ondersteuning van [geïntimeerde], doordat zij beschikte (beschikt) over een
master degreeEngels, een
native English speakeris, homeopathie heeft gestudeerd, 30 jaar werkzaam is geweest als homeopaat, vele jaren als
lecturerverbonden is geweest aan verschillende internationale homeopatische instituten en redactrice was van het
Australian journal for Homeopathic Medicine, Similia.De werkzaamheden door [redacteur] geschiedden steeds op verzoek dan wel medeweten van [geïntimeerde], en werden door hem (uitermate) gewaardeerd. De redactionele werkzaamheden van [redacteur] zijn de inhoud van
Plantsten goede gekomen, zodat [geïntimeerde] bij de uiteindelijke uitgave van dit boek van deze werkzaamheden heeft geprofiteerd. Nu [redacteur] gedurende twee jaar een substantieel deel van haar tijd met
Plantsbezig was, hebben de door haar verrichte redactionele werkzaamheden geleid tot substantiële (loon) kosten voor [appellant 1], aldus nog steeds [appellant 1]. Ter onderbouwing van haar betoog verwijst [appellant 1] naar tal van door haar overgelegde stukken, waaronder het proces-verbaal van het getuigenverhoor van [redacteur], e-mails tussen [redacteur] en [geïntimeerde] en haar Curriculum Vitae.
Plants. [redacteur] en [geïntimeerde] hebben weliswaar twee jaar lang contact gehad over
Plants, maar dat waren slechts sporadische contacten en [redacteur] heeft in deze periode ook niet de gehele tekst van
Plantsonder ogen gehad, maar slechts passages. [geïntimeerde] betwist niet dat [redacteur] hem informatie en literatuur heeft aangeleverd, maar deze waren steeds misplaatst, achterhaald en/of onjuist. [geïntimeerde] had de inbreng van [redacteur] ook helemaal niet nodig, want hij had al verscheidene bestsellers op zijn naam. Voor zover [redacteur] wél werkzaamheden heeft verricht, waren deze van een bedenkelijk niveau, zodat deze het boek ook niet ten goede zijn gekomen en [geïntimeerde] hiervan dus niet heeft geprofiteerd. Behoudens twee typo’s heeft geen van de opmerkingen, suggesties en ideeën van [redacteur] de eindversie van
Plantsbereikt. De werkzaamheden door [redacteur] zijn ook niet verricht op verzoek en/of medeweten van [geïntimeerde]. Nu [redacteur] slechts in geringe mate werkzaamheden ten behoeve van
Plantsheeft verricht, heeft [appellant 1] ook geen substantiële kosten gemaakt. [geïntimeerde] betwist tenslotte dat [redacteur] promotionele activiteiten ten behoeve van
Plantsheeft verricht, laat staan dat hij hiervan zou hebben geprofiteerd, aldus nog steeds [geïntimeerde]. [geïntimeerde] verwijst ter onderbouwing van zijn verweer naar de door hem overgelegde stukken, waaronder productie 66 waarin hij - voortbordurend op hetgeen hij heeft aangevoerd in alinea 21 van zijn antwoordakte van 5 april 2016 en reagerend op de door [appellant 1] overgelegde e-mails en stukken (producties A15 en A16) - uiteenzet dat de werkzaamheden door [redacteur] niet tot kwalitatieve verbeteringen in
Plantshebben geleid.
Plants, het voordeel daarvan voor [geïntimeerde] en de promotionele activiteiten door [redacteur] niet zo substantieel zijn als [appellant 1] wil doen geloven. Dit laat echter onverlet dat [geïntimeerde] niet betwist dat [redacteur] gedurende twee jaar werkzaamheden ten behoeve van
Plantsheeft verricht. Het ligt niet voor de hand dat [geïntimeerde] de assistentie door [redacteur] gedurende zo lange tijd had laten voortbestaan, wanneer hij daaruit geen profijt van zou hebben getrokken. Daarbij komt dat [geïntimeerde] de vakinhoudelijke geschiktheid van [redacteur] voor het uitvoeren van redactionele en inhoudelijke werkzaamheden ten behoeve van
Plants, onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat het hof hiervan uitgaat. Evenmin betwist [geïntimeerde] voldoende gemotiveerd dat de werkzaamheden door [redacteur] (tenminste) met zijn medeweten zijn geschied. [geïntimeerde] heeft zijn verweer met name onvoldoende onderbouwd in het licht van de door [appellant 1] overgelegde e-mailcorrespondentie tussen [redacteur] en [geïntimeerde] en de door [redacteur] als getuige en schriftelijk afgelegde verklaringen. De omstandigheid dat [redacteur] een verhouding met [appellant 2] had, staat aan de betrouwbaarheid van haar verklaringen niet in de weg. Tenslotte zij nog overwogen dat voor zover het (tekstuele of inhoudelijke) commentaar van [redacteur] door [geïntimeerde] niet is overgenomen, dit in zoverre aan
Plantsten goede is gekomen dat [geïntimeerde] wist dat iemand meelas en
Plantsdus voor publicatie een (kritische) sluis had gepasseerd. Dit moet [geïntimeerde] - ondanks zijn ongetwijfelde (eigen) kwalificaties op homeopatisch gebied en zijn kennis van het Engels - werk hebben gescheeld. Het voorgaande brengt met zich dat [geïntimeerde] [appellant 1] (omdat zij op verzoek en/of met medeweten van [geïntimeerde] substantiële kosten heeft gemaakt die door het afbreken van de onderhandelingen nodeloos zijn gebleken, terwijl [geïntimeerde] daarvan heeft geprofiteerd bij het (doen) uitgeven van
Plants, en deze kosten niet (deels) vergoedt) een gedeelte van haar schade dient te betalen, en wel een bedrag van € 12.500,--. De vordering van [appellant 1] zal in zoverre worden toegewezen.
“Jij bent met deel 3 in de ‘Spectrum series’ naar [Saltire] gegaan, dat is je goed recht, maar dan verwacht [appellant 1] ontbinding van de bestaande afspraken met een passende vergoeding.”(zie ook rechtsoverweging 2.2.6 van het tussenarrest van 3 november 2015). De wettelijke rente over het bedrag van € 12.500,-- zal met ingang die dag worden toegewezen (artikel 6:83 sub b BW).