ECLI:NL:GHAMS:2019:670
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een bijzondere curator in een zorgregeling voor minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 februari 2019 een beschikking gegeven in hoger beroep betreffende de zorgregeling voor de minderjarige [kind D]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft op 19 maart 2018 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam van 20 december 2017. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft op 24 april 2018 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 december 2018 waren beide ouders en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De ouders hebben samen het gezag over [kind D], die in 2006 is geboren uit hun verbroken relatie. De vader heeft [kind D] opgevoed samen met zijn partner [X], terwijl de moeder in het verleden contact met [kind D] heeft verloren. De rechtbank had eerder een zorgregeling vastgesteld, maar de vader betoogt dat deze regeling niet in het belang van [kind D] is, omdat zij al lange tijd geen contact met haar moeder heeft gehad. De moeder daarentegen stelt dat het belangrijk is dat [kind D] haar moeder leert kennen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd dat contactherstel tussen de moeder en [kind D] belangrijk is, maar dat de vader emotionele toestemming moet geven. Het hof heeft geconcludeerd dat het noodzakelijk is om een bijzondere curator te benoemen om [kind D] te vertegenwoordigen en haar wensen en belangen in kaart te brengen. De bijzondere curator, drs. I. Henar, is benoemd en zal binnen twee maanden verslag uitbrengen. De verdere behandeling van de zaak is aangehouden tot 21 april 2019.