ECLI:NL:GHAMS:2019:669
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- H.A. van den Berg
- P.J.W. Sliepenbeek
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging uithuisplaatsing en afwijzing verzoek om nader onderzoek in het belang van de minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder van [de minderjarige] heeft in hoger beroep beroep aangetekend tegen de beschikking van de kinderrechter van 10 juli 2018, waarin de uithuisplaatsing werd verlengd. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: de GI), heeft verweer gevoerd en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing verdedigd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft als adviseur opgetreden in de procedure.
Het hof heeft vastgesteld dat [de minderjarige] sinds 2016 uit huis is geplaatst vanwege een onveilige opvoedomgeving bij de moeder. De moeder heeft LVB-problematiek en heeft moeite met het bieden van structuur en duidelijkheid aan [de minderjarige]. Ondanks de positieve ontwikkeling van [de minderjarige] in het pleeggezin, heeft een incident in augustus 2018 geleid tot een wijziging van de situatie. Het hof heeft de belangen van [de minderjarige] vooropgesteld en geconcludeerd dat de gronden voor de verlenging van de uithuisplaatsing aanwezig zijn. Het verzoek van de moeder om een contra-expertise te laten uitvoeren is afgewezen, omdat het hof van oordeel is dat het belang van [de minderjarige] bij duidelijkheid over zijn opvoedperspectief zwaarder weegt dan het verzoek om nader onderzoek.
De beslissing van het hof is om de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen en het verzoek van de moeder af te wijzen. Het hof benadrukt de noodzaak van stabiliteit en duidelijkheid in het leven van [de minderjarige].