ECLI:NL:GHAMS:2019:575
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vervolging wegens verjaring na eerdere veroordeling
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte was eerder bij verstek veroordeeld voor het medeplegen van kraken op 13 september 2011. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vervolging, een standpunt dat ook door de raadsvrouw werd ondersteund. Het hof heeft vastgesteld dat de verjaringstermijn voor de vervolging op 13 september 2017 is verstreken, zonder dat er voor die datum een nieuwe daad van vervolging heeft plaatsgevonden. De mededeling van de uitspraak was pas na deze datum aan de verdachte betekend, waardoor het hof concludeert dat het recht tot strafvervolging door verjaring is vervallen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging. Deze beslissing is genomen in het kader van de rechtsbescherming van de verdachte en de waarborging van een eerlijk proces.