ECLI:NL:GHAMS:2019:570
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake winkeldiefstal in vereniging met toevoeging van artikel 63 Sr
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 15 januari 2018 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van winkeldiefstal in vereniging. Het hof heeft het hoger beroep behandeld tijdens de zitting op 11 februari 2019, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van één week heeft gevorderd voor de verdachte. De raadsvrouw heeft ook argumenten naar voren gebracht ter verdediging van de verdachte.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op de mogelijkheid van een voorwaardelijke straf. Dit betekent dat het hof het eerdere vonnis heeft onderschreven en de strafmaat niet heeft gewijzigd. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in het openbaar, en de griffier was aanwezig om de procedure te documenteren.
Het arrest is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van artikel 63 Sr in het kader van winkeldiefstal in vereniging verduidelijkt. Het hof heeft de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de verdediging zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat het eerdere vonnis terecht was.