Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Gerechtshof Amsterdam
Op 25 februari 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 24 februari 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1962 en thans gedetineerd in Detentiecentrum Schiphol, was in eerste aanleg veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken met een proeftijd van twee jaar en een geldboete van € 200,00, subsidiair vier dagen hechtenis. Tegen dit vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 11 februari 2019 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw. Het hof heeft het vonnis van de politierechter in grote lijnen bevestigd, maar heeft de strafoplegging en de motivering daarvan vernietigd. Het hof oordeelde dat de ernst van de winkeldiefstal en de recidive van de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vereisen. De verdachte had eerder onherroepelijk veroordeeld geweest voor (winkel)diefstal, wat in zijn nadeel weegt.
Het hof heeft uiteindelijk besloten de verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken, waarbij het vonnis voor het overige is bevestigd. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de griffier D. de Jong aanwezig. Mr. E. van Die was niet in staat het arrest te ondertekenen.