In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 1 mei 2018 was gewezen. De verdachte, die thans gedetineerd is, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 11 februari 2019 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van vier weken had geëist, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, maar zonder dat dit resulteerde in een andere straf. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin de rechters H.A. van Eijk, E. van Die en M.L.M. van der Voet zitting hadden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier D. de Jong. Het arrest is openbaar uitgesproken en de verdachte is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen 14 dagen beroep in cassatie in te stellen.