In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 19 april 2018 was gewezen. De verdachte, die zich schuldig had gemaakt aan winkeldiefstal, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging en de motivering daarvan. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft echter besloten om de straf te verhogen naar een taakstraf van 30 uren, met 15 dagen hechtenis als vervangende straf.
Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De verdachte had een blik Nutrilon gestolen, wat een inbreuk op het eigendomsrecht van de winkel betekende. Het hof heeft ook gekeken naar de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om een onvoorwaardelijke taakstraf op te leggen. De raadsman had verzocht om een voorwaardelijke taakstraf, maar het hof zag hier geen aanleiding toe.
Uiteindelijk heeft het hof de strafoplegging aangepast en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter voor het overige bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn uiteengezet.