Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Schuldigverklaring zonder oplegging van straf
BESLISSING
geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 23 maart 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd in PI Utrecht, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de strafoplegging. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 dagen, met aftrek van het voorarrest. De advocaat-generaal had echter gevorderd dat de verdachte schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte momenteel de ISD-maatregel ondergaat, die begin november 2018 is gestart. Er is een behandelplan opgesteld dat zich richt op de verslavingsproblematiek van de verdachte. Het hof oordeelt dat de feiten die in deze zaak aan de orde zijn, zijn gepleegd voordat de ISD-maatregel werd opgelegd en dat deze feiten vergelijkbaar zijn met eerder berechte feiten. Het hof acht het onwenselijk om de verdachte na zijn ISD-traject opnieuw te confronteren met een strafrechtelijke sanctie. Daarom heeft het hof besloten om geen straf of maatregel op te leggen voor de bewezen verklaarde feiten onder de parketnummers 13-014004-18, 13-018955-18 en 13-023619-18. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep in zoverre vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het vonnis voor het overige is bevestigd.