In het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 20 december 2019, met zaaknummer 23-002518-19, is een herstelarrest gewezen naar aanleiding van een onmiskenbare misslag in een eerder arrest van 7 november 2019. De verdachte, geboren in 2003, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, waarvan 30 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Echter, bij de strafoplegging was abusievelijk de vervangende jeugddetentie niet vermeld. Het hof heeft vastgesteld dat deze misslag hersteld dient te worden. De strafoplegging moet nu worden gelezen als een taakstraf van 60 uren, met daarnaast 30 dagen jeugddetentie indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft de beslissing genomen dat een gedeelte van de werkstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing is genomen in de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters J.H.C. van Ginhoven, N.A. Schimmel en M.K. Durdu-Agema aanwezig waren. Het arrest is uitgesproken op een openbare terechtzitting en de griffier was mr. R.L. Vermeulen. Mr. J.H.C. van Ginhoven en mr. M.K. Durdu-Agema waren buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.