In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het rijden onder invloed van alcohol op 9 november 2018 te Velserbroek, waar hij een alcoholgehalte van 630 microgram per liter uitgeademde lucht had. De politierechter had de verdachte een geldboete van € 750,00 opgelegd, te vervangen door 15 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De verdachte stelde dat de totaliteit van de straffen onevenredig was, gezien de bijkomende kosten voor een psychologisch onderzoek en een educatieve maatregel die hij moest volgen. Het hof heeft de straffen heroverwogen en benadrukt dat de verdachte de veiligheid in het verkeer in gevaar heeft gebracht door onder invloed te rijden, en dat hij eerder al was veroordeeld voor vergelijkbare feiten. Het hof heeft de straffen bevestigd, met inachtneming van de recidive en de ernst van het feit. De op te leggen straffen zijn gebaseerd op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 750,00 en een onvoorwaardelijke rijontzegging voor zes maanden.