Uitspraak
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
verklaring van getuige [getuige], afgelegd bij de raadsheer-commissaris op 25 juni 2019, inhoudende:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één maand voor medeplegen van poging tot diefstal. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof verklaarde de verdachte in een eerdere uitspraak van 3 december 2013 niet ontvankelijk in zijn hoger beroep. De Hoge Raad der Nederlanden heeft echter op 9 juni 2015 het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak teruggewezen naar het gerechtshof voor herbehandeling.
Tijdens de zitting op 15 november 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van 25 dagen met aftrek van voorarrest heeft gevorderd, rekening houdend met een overschrijding van de redelijke termijn. Het hof heeft de verklaring van getuige [getuige] in overweging genomen, die gedetailleerd beschreef hoe de verdachte en zijn medeverdachten betrokken waren bij de poging tot diefstal van een iPhone uit de tas van een vrouw. De getuige verklaarde dat hij samen met de verdachte en een medeverdachte handelde en dat zij elkaar hielpen bij het uitvoeren van hun plannen.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, maar met de aanpassing dat het de bewijsoverweging terzijde stelt en een nieuw bewijsmiddel toevoegt. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, die bestond uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 29 november 2019.