In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Marokko in 1968, was beschuldigd van het opzettelijk niet voldoen aan een bevel van de burgemeester van Amsterdam om zich uit een aangewezen overlastgebied te verwijderen. Dit bevel was gegeven op 30 september 2018, en de verdachte had zich niet aan dit bevel gehouden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en kwam tot een andere bewezenverklaring dan de eerste rechter. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden.
De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten, en het hof legde een gevangenisstraf van één dag en een taakstraf van veertig uren op. De verdachte had eerder al meerdere keren onherroepelijk voor soortgelijke misdrijven veroordeeld, wat in zijn nadeel werd meegewogen. Echter, het hof hield ook rekening met de positieve wending in het leven van de verdachte, die aangaf zijn drugsverslaving onder controle te krijgen en werk had gevonden als gastheer. Het hof besloot ook de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf met één jaar te verlengen, gezien de persoonlijke situatie van de verdachte.