Uitspraak
Onderzoek van de zaak
6 december 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van het bewijsverweer: noodweer
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
advocaat-generaal.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
€ 1.399,75 (duizend driehonderdnegenennegentig euro en vijfenzeventig cent) bestaande uit € 799,75 (zevenhonderdnegenennegentig euro en vijfenzeventig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
[benadeelde], ter zake van het bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 1.399,75 (duizend driehonderdnegenennegentig euro en vijfenzeventig cent) bestaande uit € 799,75 (zevenhonderdnegenennegentig euro en vijfenzeventig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
23 (drieëntwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
2 (twee) weken.