ECLI:NL:GHAMS:2019:4910

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 februari 2019
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
23-002100-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake woninginbraak en opzetheling met eerdere veroordelingen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 1 juni 2018. De verdachte, geboren in Suriname in 1994, was eerder onherroepelijk veroordeeld voor vermogensdelicten en bevond zich in proeftijd. De zaak betreft woninginbraak in vereniging en opzetheling. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van diverse goederen, waaronder een macbook pro, gouden ketting, smartwatch, en tassen van bekende merken, toebehorende aan verschillende benadeelden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders zich toegang tot de woning hebben verschaft door middel van braak. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, maar het hof heeft het vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging. Het hof heeft de bewezenverklaring van diefstal door twee of meer verenigde personen en opzetheling gehandhaafd. De verdachte is strafbaar verklaard en de opgelegde straffen zijn gegrond op de artikelen 57, 63, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht. De vordering van de benadeelde partij is afgewezen, omdat onvoldoende bewijs was dat de schade door de verdachte was veroorzaakt. Het hof heeft ook de tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen gelast, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002100-18
datum uitspraak: 15 februari 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 1 juni 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 15-810164-17 en 15-151929-16 (TUL), 15-700131-13 (TUL) en 15-710385-14 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1994,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
1 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 06 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen
- een autosleutel (toebehorende aan een personenauto van het merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken]) en/of
- een macbook pro (inclusief lader) en/of
- een gouden ketting en/of
- een smartwatch (van het merk Sony) en/of
- een of meerdere tassen (o.a. van de merken Michael Kors en/of Zara) en/of
- een portemonnee (van het merk Michael Kors) en/of
- een of meerdere paspoorten en/of
- een of meerdere zonnebrillen (o.a. van de merken Gucci en/of Rayban) en/of
- een playstationspel en/of
- een Nintendo switch spel (Mario kart),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.
2 primair:
hij in of omstreeks de periode van 31 juli 2017 tot en met 6 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen een sleutelbos (met daarin aan label voorzien van de tekst [adres 3]) en/of een armbandje (met naamplaatje [naam]) en/of een computer (van het merk Apple imac) en/of een televisie (van het merk Philips, type 47pfl17603d/10) en/of een horloge (van het merk Quartz en/of een of meerdere aanstekers (van het merk Derringer Piezo) en/of een kabel (kleur wit) en/of beddengoed en/of een portemonnee (kleur paars), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemd goed onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.
2 subsidiair:
hij op of omstreeks 6 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere goederen, te weten een sleutelbos (met daarin aan label voorzien van de tekst [adres 3]) en/of een armbandje (met naamplaatje [naam]) en/of een computer (van het merk Apple imac) en/of een televisie (van het merk Philips, type 47pfl17603d/10) en/of een horloge (van het merk Quartz en/of een of meerdere aanstekers (van het merk Derringer Piezo) en/of een kabel (kleur wit) en/of beddengoed en/of een portemonnee (kleur paars) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
3:
hij op of omstreeks 06 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (van het merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde auto onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door de toebehorende autosleutel weg te nemen uit de woning van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd om proceseconomische redenen en omdat het hof tot een andere kwalificatie komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 6 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen
- een macbook pro (inclusief lader) en
- een gouden ketting en
- een smartwatch (van het merk Sony) en
- tassen (o.a. van de merken Michael Kors en Zara) en
- een portemonnee (van het merk Michael Kors) en
- paspoorten en
- zonnebrillen (o.a. van de merken Gucci en Rayban) en
- een playstationspel en
- een Nintendo switch spel (Mario kart),
toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
2 subsidiair:
hij op 6 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, goederen, te weten een sleutelbos met daarin aan label voorzien van de tekst [adres 3] en een armbandje met naamplaatje [naam] en een computer van het merk Apple Imac en een televisie van het merk Philips, type 47pfl17603d/10 en een horloge van het merk Quartz en meerdere aanstekers van het merk Derringer Piezo en een kabel (kleur wit) en beddengoed en een portemonnee (kleur paars) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
3:
hij op 6 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (van het merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken]), toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2].
Hetgeen onder 1, 2 subsidiair en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 subsidiair en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
opzetheling.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2 subsidiair en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg feit 1, feit 2 subsidiair en feit 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De raadsman heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die de duur van de voorlopige hechtenis niet zal overstijgen, eventueel met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte en zijn mededader hebben ’s nachts ingebroken in een woning in Hoofddorp, terwijl een van de bewoners lag te slapen en vervolgens de auto van de bewoners gestolen. Zij hebben zich daarbij kennelijk slechts laten leiden door een zucht naar financieel gewin ten koste van anderen. Met name woninginbraken zijn zeer ernstige feiten. Zij veroorzaken niet alleen de nodige materiële en emotionele schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de slachtoffers. Het is voor hen bijzonder onaangenaam en beangstigend om te ervaren dat vreemden tijdens de nachtrust hun woning zijn binnengedrongen en hun persoonlijke bezittingen hebben doorzocht en weggenomen. Het handelen van de verdachte draagt bij aan gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving, bij buurtbewoners in het bijzonder.
Bij de opzetheling, waaraan de verdachte zich ook heeft schuldig gemaakt, betrof het goederen die afkomstig zijn van een andere woninginbraak, waaronder enkele goederen die voor de eigenaar emotionele waarde hebben. Hierdoor heeft de verdachte indirect – door middel van diefstal die aan de heling vooraf is gegaan – inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de eigenaar.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 16 januari 2019 is hij – enige tijd geleden – eerder terzake van een vermogensdelict onherroepelijk veroordeeld en liep hij ten tijde van de tenlastegelegde en bewezenverklaarde feiten in drie proeftijden van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraffen.
Het hof heeft acht geslagen op de straffen die door rechters in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Deze straffen hebben hun weerslag gevonden in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Hieruit volgt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur in beginsel passend en geboden is. Daarnaast heeft het hof acht geslagen op de reclasseringsrapportages van Reclassering Nederland van 23 juni 2017 en 9 november 2017. Uit deze rapportages blijkt dat de ontvankelijkheid voor behandeling/begeleiding aan de zijde van de verdachte laag is en dat eerdere reclasseringstoezichten negatief zijn geretourneerd. Gelet hierop en het feit dat eerdere proeftijden de verdachte er niet van hebben kunnen weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen, ziet het hof geen aanleiding een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen.
Gelet op het voornoemde acht het hof, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.470,94. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Het hof is van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat de gestelde materiële schade door het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde handelen van de verdachte is veroorzaakt, nu betrokkenheid van de verdachte bij de woninginbraak van de benadeelde partij niet is gebleken. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade merkt het hof op dat deze vordering eveneens met name ziet op angstgevoelens die zijn ontstaan naar aanleiding van de inbraak, hetgeen de verdachte niet kan worden aangerekend. Voor zover het immaterieel gevorderde ziet op de geheelde goederen kan niet worden gezegd dat daarmee sprake is van enige vorm van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’, zoals bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b. van het Burgerlijk Wetboek. Dit houdt in dat een wettelijke grondslag voor de gevorderde immateriële schadevergoeding ontbreekt, zodat die vordering moet worden afgewezen.
Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat de benadeelde partij niet in de vordering kan worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 57, 63, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

Vordering tenuitvoerlegging (15-151929-16)

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 7 oktober 2016 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal heeft het hof ter terechtzitting verzocht de vordering geheel toe te wijzen.
De raadsman heeft het hof ter terechtzitting in hoger beroep verzocht de vordering af te wijzen, nu deze voorwaardelijke straf is opgelegd voor een andersoortig feit dan in de onderhavige zaak.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Voor zover de raadsman heeft bepleit dat de vordering tot tenuitvoerlegging moet worden afgewezen omdat het feit waarvoor de verdachte in 2016 is veroordeeld andersoortig is dan het feit waarvan hij thans wordt verdacht, geldt dat die stelling geen steun vindt in de wet.

Vordering tenuitvoerlegging (15-700131-13)

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 9 oktober 2013 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Gebleken is dat de straf gedeeltelijk is tenuitvoergelegd, te weten 4 maanden gevangenisstraf, zodat een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden resteert. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal heeft het hof ter terechtzitting verzocht de vordering geheel toe te wijzen.
De raadsman heeft het hof ter terechtzitting verzocht de vordering af te wijzen gelet op de ouderdom van het feit.
Nu het hof ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zal het de tenuitvoerlegging van de resterende voorwaardelijk opgelegde straf gelasten. De ouderdom van het feit staat daaraan niet in de weg.

Vordering tenuitvoerlegging (15-710385-14)

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van Noord-Holland van 30 april 2015 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 80 dagen. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal heeft het hof ter terechtzitting verzocht de vordering geheel toe te wijzen.
De raadsman heeft het hof ter terechtzitting verzocht de vordering af te wijzen gelet op de ouderdom van het feit.
Nu het hof ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, en daarmee de algemene voorwaarde die was verbonden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf heeft overtreden, namelijk dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit, zal het de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf gelasten. De ouderdom van het feit staat daaraan niet in de weg.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 subsidiair en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een Nokia telefoontoestel.
Gelast de
teruggaveaan [benadeelde 1] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een Ray Ban zonnebril.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 7 oktober 2016, parketnummer 15-151929-16, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 9 oktober 2013, parketnummer 15-700131-13, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van Noord-Holland van 30 april 2015, parketnummer 15-710385-14, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
80 (tachtig) dagen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. N.A. Schimmel en mr. W.F. Groos, in tegenwoordigheid van
mr. D. Boessenkool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 februari 2019.
=========================================================================
[…]