ECLI:NL:GHAMS:2019:4909

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 februari 2019
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
23-000498-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraak in vereniging met uitblijven aannemelijke verklaring verdachte en voorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder vrijgesproken van bepaalde tenlastegelegde feiten, maar heeft in hoger beroep een onbeperkt beroep ingesteld, wat ook betrekking had op de vrijspraak. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. De zaak betreft een woninginbraak in Hoofddorp op 6 augustus 2017, waarbij diverse goederen zijn weggenomen, waaronder een auto. De verdachte heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de inbraak, maar het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid. De verdachte en zijn medeverdachte hebben zich toegang verschaft tot de woning door middel van braak en hebben goederen van de bewoners gestolen. Het hof heeft de eerdere vrijspraak van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, omdat de verdachte inmiddels hulpverlening heeft ontvangen en zich positief heeft ontwikkeld. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000498-18
datum uitspraak: 15 februari 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 februari 2018 in de strafzaak onder de parketnummers
15-810165-17 en 15-254079-15 (TUL) en 15-760079-14 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Iran) op [geboortedag] 1997,
adres volgens eigen opgave: [adres 1].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door de rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 primair en 2 subsidiair is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
1 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is, voor zover in hoger beroep inhoudelijk aan de orde, aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 06 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen
- een autosleutel (toebehorende aan een personenauto van het merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken]) en/of
- een macbook pro (inclusief lader) en/of
- een gouden ketting en/of
- een smartwatch (van het merk Sony) en/of - een of meerdere tassen (o.a. van de merken Michael Kors en/of Zara) en/of
- een portemonnee (van het merk Michael Kors) en/of
- een of meerdere paspoorten en/of
- een of meerdere zonnebrillen (o.a. van de merken Gucci en/of Rayban) en/of
- een playstationspel en/of
- een Nintendo switch spel (Mario kart),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.
3:
hij op of omstreeks 06 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (van het merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde auto onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door de toebehorende autosleutel weg te nemen uit de woning van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd om proceseconomische redenen en omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en kwalificatie komt dan de rechtbank.

Bewijsoverweging

De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het volgende verklaard. In de nacht van 6 augustus 2017 was hij op een feestje van een vriendin. Toen hij van dat feestje was weggegaan werd hij aangesproken door een bekende, medeverdachte [medeverdachte], rijdend in een auto, die hem toezegde een lift naar huis te geven. De verdachte had [medeverdachte] voor deze nacht al enige tijd niet gesproken. Dat uit het dossier zou blijken dat de verdachte en [medeverdachte] de avond voor de inbraak meermalen telefonisch contact hebben gehad, is niet juist volgens de verdachte. De verdachte heeft zijn telefoon eerder die avond op zijn werk in de oplader laten liggen, welke door anderen gebruikt zou kunnen zijn. In de auto heeft de verdachte vervolgens een zonnebril aangetroffen, welke hij mocht houden van [medeverdachte]. Hij wist niet dat deze zonnebril, noch de auto waarin hij zich liet thuisbrengen, van inbraak afkomstig waren. Ten slotte heeft de verdachte de auto ontvlucht toen de politie in beeld kwam, omdat hij illegaal was en vreesde voor vreemdelingendetentie.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het aan de verdachte onder 1 en 3 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de ontkennende verklaring van de verdachte niet wordt weerlegd door de bewijsmiddelen.
De advocaat-generaal heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken, omdat de verdachte niet aan de hand van de bewijsmiddelen in voldoende mate te koppelen is aan de woninginbraak en de diefstal van de auto.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt hieromtrent als volgt.
De inbraak in de woning aan de [adres 2] te Hoofddorp heeft blijkens de aangifte plaatsgevonden in de nacht van 6 augustus 2017 tussen omstreeks 00.30 uur en 04.25 uur. Daarbij is een auto met kenteken [kenteken] gestolen. Korte tijd daarna wordt door de meldkamer van de politie Kennemerland bericht dat omstreeks 04.53 uur en 05.27 uur een auto met het kenteken [kenteken] de ANPR (Automatic Number Plate Recognition) palen heeft gepasseerd bij resp. de ring rond Hoofddorp en op de N201 te Hoofddorp. Omstreeks 05.40 uur, wordt de bij deze woninginbraak weggenomen auto gesignaleerd in Heemstede, rijdende in de richting van Haarlem. Na een achtervolging, waarbij wordt gezien dat de verdachte en de medeverdachte de deuren van de nog rijdende auto openen, de auto abrupt tot stilstand wordt gebracht en aan de bestuurders- en bijrijderskant elk een persoon uit de auto wegrennen, wordt de verdachte aangehouden op ongeveer 500 meter van de auto vandaan. De verbalisanten constateren dat de verdachte aan het hijgen is en helemaal buiten adem is. In de auto zijn van woninginbraak afkomstige goederen aangetroffen. Voorts is bij de fouillering van de verdachte in de binnenzak van zijn jas een uit de woninginbraak afkomstige zonnebril, merk Ray-ban, aangetroffen en in de achterzak van zijn broek een plastic geseald boekje van die zonnebril. De tweede verdachte, [medeverdachte], is aangetroffen in de omgeving van de achtergelaten gestolen auto, in een woning van zijn neef. Ook hij bleek in het bezit van een Ray-ban zonnebril. Beide zonnebrillen zijn later herkend door de aangever van de woninginbraak aan de [adres 2] te Hoofddorp. Bij een onderzoek in de woning van medeverdachte [medeverdachte] op 6 augustus 2017 te 8.45 uur zijn goederen aangetroffen die eveneens afkomstig zijn van de woninginbraak, gepleegd op de [adres 2] te Hoofddorp.
Het omstreeks 05.40 uur gezamenlijk voorhanden hebben van goederen die tijdens de inbraak in de woning aan de [adres 2] te Hoofddorp zijn weggenomen, welke inbraak kort tevoren tussen 00.30 en 04.25 moet hebben plaatsgevonden, het zenuwachtige vluchtgedrag van de verdachte en zijn medeverdachte, het aantreffen bij hen van van de inbraak afkomstige gestolen goederen, als ook de verschillende sms-contacten tussen de Nokia van de medeverdachte en de Samsung telefoon van de verdachte die onder meer wijzen op een ontmoeting tussen hen op 5 augustus 2017 rond 23.22 uur bij station Haarlem, duiden op betrokkenheid van beiden bij de woninginbraak. Zij hebben er allebei voor gekozen om zich (grotendeels) op hun zwijgrecht te beroepen. De verdachte heeft, waar hij wel een verklaring heeft afgelegd, wisselend verklaard, welke verklaringen telkens geen ondersteuning vinden in enig ander bewijsmiddel in het dossier. Dat geldt in het bijzonder voor zijn verklaring dat hij ten tijde van de woninginbraak op een feestje bij een vriendin was. Nader onderzoek heeft niet tot bevestiging van dit ‘alibi’ geleid. Ook overigens is geen enkel aanknopingspunt voorhanden dat de verdachte hierover naar waarheid heeft verklaard.
Op grond van het voorgaande is het hof, anders dan de raadsman en de advocaat-generaal, van oordeel dat in voldoende mate kan worden vastgesteld dat de verdachte en [medeverdachte] de woninginbraak hebben gepleegd en de auto hebben gestolen. Bij het uitblijven van een aannemelijke andere verklaring, terwijl er geen contra-indicaties zijn, kan het niet anders zijn dan dat de verdachte en [medeverdachte] deze feiten in nauwe en bewuste samenwerking en derhalve tezamen en in vereniging hebben gepleegd.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 6 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen
- - een macbook pro (inclusief lader) en
- een gouden ketting en
- een smartwatch (van het merk Sony) en
- tassen (o.a. van de merken Michael Kors en Zara) en
- een portemonnee (van het merk Michael Kors) en
- paspoorten en - zonnebrillen (o.a. van de merken Gucci en Rayban) en
- een playstationspel en
- een Nintendo switch spel (Mario kart),
toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
3:
hij op 6 augustus 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (van het merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken]), toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2].
Hetgeen onder 1 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal , door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de aan hem onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte en zijn mededader hebben ’s nachts ingebroken in een woning in Hoofddorp, terwijl een van de bewoners lag te slapen en vervolgens de auto van de bewoners gestolen. Zij hebben zich daarbij kennelijk slechts laten leiden door een zucht naar financieel gewin ten koste van anderen. Met name woninginbraken zijn zeer ernstige feiten. Zij veroorzaken niet alleen de nodige materiële en emotionele schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de slachtoffers. Het is voor hen bijzonder onaangenaam en beangstigend om te ervaren dat vreemden tijdens de nachtrust hun woning zijn binnengedrongen en hun persoonlijke bezittingen hebben doorzocht en weggenomen. Het handelen van de verdachte draagt dan ook bij aan gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving, bij buurtbewoners in het bijzonder.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 16 januari 2019 is hij eerder voor vermogensdelicten onherroepelijk veroordeeld, hetgeen het hof in zijn nadeel weegt. De verdachte liep ten tijde van de bewezen verklaarde feiten in twee proeftijden.
Het hof heeft acht geslagen op het psychologisch onderzoek betreffende de verdachte van drs. [naam], GZ-psycholoog, van 25 oktober 2017, onder meer inhoudende dat bij de verdachte een ziekelijke stoornis in de vorm van PTSS is vastgesteld, en tevens een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling in de richting van het antisociale spectrum, die ook aanwezig waren ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten. Door de beperkte informatieverschaffing door de verdachte en de door hem gekozen proceshouding kon niet worden aangegeven in hoeverre er verband bestaat tussen de geconstateerde stoornis en de delicten, zodat geen advies voor behandeling of begeleiding kon worden uitgebracht.
Het hof acht in beginsel de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf gerechtvaardigd.
Het hof heeft ter terechtzitting in hoger beroep kennis genomen van een brief betreffende de verdachte van Bed Bad Brood, de opvang waar verdachte thans verblijft. Daaruit blijkt dat de verdachte eerder nog geen juiste hulpverlening heeft genoten, maar dat dit nu in gang is gezet. Uit deze brief blijkt eveneens dat verdachte zich correct en positief gedraagt en zich houdt aan de regels van de woonvoorziening. Voorts heeft de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat het goed met hem gaat, hij profiteert van de aan hem geboden hulpverlening en hij zijn toekomst positief tegemoet gaat. Hij lijkt zijn criminele verleden achter zich te willen laten en tracht zijn leven elders een positieve draai te geven. Het hof ziet hierin aanleiding om een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen, als stok achter de deur dan wel steun in de rug.
Het hof acht, alles afwegende, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

Vordering tenuitvoerlegging (15-254079-15)

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 2 maart 2016 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal en de raadsman hebben het hof ter terechtzitting verzocht de vordering af te wijzen, nu de verdachte van de aan hem ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.
Nu het hof – na tot een bewezenverklaring te zijn gekomen van de onderhavige tenlastegelegde feiten – gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.

Vordering tenuitvoerlegging (15-760079-14)

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 30 april 2015 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 102 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal en de raadsman hebben het hof ter terechtzitting verzocht de vordering af te wijzen, nu de verdachte van de aan hem ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.
Nu het hof – na tot een bewezenverklaring te zijn gekomen van de onderhavige tenlastegelegde feiten – gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan [benadeelde 1] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een Ray Ban zonnebril.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een pitchfork.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 2 maart 2016, parketnummer 15-254079-15, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 30 april 2015, parketnummer 15-760079-14, te weten van:
jeugddetentievoor de duur van
90 (negentig) dagen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. N.A. Schimmel en mr. W.F. Groos, in tegenwoordigheid van
mr. D. Boessenkool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 februari 2019.
=========================================================================
[…]