ECLI:NL:GHAMS:2019:4898

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2019
Publicatiedatum
3 maart 2020
Zaaknummer
23-000850-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal en heling door het Gerechtshof Amsterdam na onderzoek naar verduistering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van diefstal en heling van een motorfiets en een helm, die toebehoorden aan een slachtoffer. De tenlastelegging omvatte zowel primair als subsidiair de beschuldiging van diefstal, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte zou hebben gehandeld. Tijdens de zitting in hoger beroep op 15 augustus 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal, met name omdat camerabeelden niet overtuigend waren. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en de medeverdachte betrokken waren bij de verduistering van de motorfiets, maar dat deze specifieke aanklacht niet ten laste was gelegd. Hierdoor zag het hof zich genoodzaakt de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde niet bewezen dat de verdachte de hem ten laste gelegde feiten had begaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000850-19
datum uitspraak: 29 augustus 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 februari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-232873-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
15 augustus 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 24 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een motorfiets (kenteken [kenteken]) en/of een helm, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair
[medeverdachte] op of omstreeks 24 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een motorfiets ([kenteken]) en/of een helm, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan voornoemde [medeverdachte] toebehoorde, te weten aan [slachtoffer], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 24 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door een door voornoemde [medeverdachte] in onderpand aan voornoemde Schoumacher afgegeven telefoon terug te vragen en (vervolgens) terug te krijgen, waardoor het voor voornoemde [medeverdachte] mogelijk was voornoemde motorfiets weg te nemen met behoud van zijn telefoon;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 24 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een motorfiets ([kenteken]) en/of een helm heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kinderrechter.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De verdediging heeft betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde bij gebrek aan overtuigend bewijs. De zich in het dossier bevindende
stillsvan de camerabeelden zijn van een dusdanige kwaliteit dat zij een herkenning van de verdachte door de verbalisant niet kunnen dragen. De enkele omstandigheid dat de verdachte, enkele uren later, in een woning in de nabijheid van de weggenomen motor is aangetroffen maakt niet dat de verdachte betrokken is geweest bij het hem ten laste gelegde, aldus de raadsman.
Het hof overweegt als volgt.
Gelet op de inhoud van het dossier stelt het hof het volgende vast. Blijkens zijn aangifte werd aangever op 24 oktober 2018 benaderd door “[medeverdachte]” met het verzoek om zijn op Marktplaats aangeboden motor te mogen komen bekijken. Diezelfde dag kwam een man die zich voorstelde als [medeverdachte], samen met een andere man, bij aangever langs. De man die zich als [medeverdachte] voorstelde is later, op basis van de beschikbare camerabeelden, door verbalisant [verbalisant] herkend als zijnde de medeverdachte [medeverdachte] (
hiera: [medeverdachte]). De andere man is door verbalisant [verbalisant] herkend als zijnde de verdachte. Het hof acht deze herkenningen betrouwbaar.
[medeverdachte] heeft vervolgens, met voorafgaande toestemming en in goed vertrouwen, een proefrit op de motor van aangever gemaakt en daartoe de motor van aangever meegekregen en hij heeft daartoe een helm van aangever geleend. Ter waarborg heeft [medeverdachte] zijn mobiele telefoon aan aangever afgegeven. De verdachte is intussen bij aangever blijven wachten. Na terugkomst van [medeverdachte] heeft de verdachte aan aangever gevraagd of hij met de telefoon van [medeverdachte] een foto van de motor mocht maken. Nadat aangever hem de telefoon overhandigde is de verdachte achterop de motor gesprongen en samen met [medeverdachte] weggereden.
Uit het voorgaande volgt de betrokkenheid van de verdachte, in de vorm van medeplegen, bij de wederrechtelijke toe-eigening van de motor en helm van aangever, die de medeverdachte reeds anders dan door misdrijf onder zich had.
Dit brengt het hof tot de conclusie dat het handelen van de verdachte en zijn medeverdachte alle kenmerken van verduistering vertoont. Nu dit niet als zodanig ten laste is gelegd, ziet het hof zich genoodzaakt de verdachte vrij te spreken van het hem ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.H.C. van Ginhoven, mr. N.A. Schimmel en mr. M.M. van der Nat, in tegenwoordigheid van mr. J.G.W.M. Lut, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 augustus 2019.
mr. J.H.C. van Ginhoven is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]