AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Profijtontneming in verband met handel in cocaïne en heroïne
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De veroordeelde, geboren in Somalië in 1996, was eerder veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank had de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling van een bedrag van € 6.400,00 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het openbaar ministerie had in eerste aanleg een vordering ingediend voor een bedrag van € 25.704,00. De veroordeelde heeft hoger beroep ingesteld tegen beide vonnissen.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 december 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een bedrag van € 8.850,00 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gevorderd. De verdediging heeft betoogd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel op nihil moet worden gesteld en dat de ontnemingsvordering onvoldoende is onderbouwd. Het hof heeft echter geoordeeld dat de extrapolatie van de gegevens van de dealertelefoon een betrouwbare indicatie vormt voor de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde gedurende een periode van 118 dagen gemiddeld 12 deals per dag heeft gesloten, met een geschatte opbrengst van € 35.400,00. Na aftrek van inkoopkosten is het netto wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 8.850,00, waarvan de helft aan de veroordeelde wordt toegerekend. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de veroordeelde verplicht tot betaling van € 4.425,00 aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
Voetnoten
1.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] van 13 december 2015 (politiedossier strafzaak, dossierpagina 23), en proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] van 14 december 2015 (politiedossier strafzaak, dossierpagina 34).
2.De maanden juni tot en met september en 1 tot en met 6 oktober 2015.
3.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict ex art. 36e 2e lid Sr, opgemaakt op 30 juli 2016 door [verbalisant], werkzaam bij Politie Kennemerland, Basisteamrecherche IJmond. Hierna wordt deze rapportage telkens aangemerkt als ‘Het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel’, pagina 9.
4.Het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 7.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] van 13 december 2015 (politiedossier strafzaak), dossierpagina 22.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] van 14 december 2015 (politiedossier strafzaak), dossierpagina 34.
7.Een geschrift, zijnde een overzicht van de printlijsten van de Nokia telefoon met IMEI nummer [nummer] (politiedossier strafzaak vanaf dossierpagina 60), dossierpagina 63 (nr. 63) en dossierpagina 73 (nrs. 290-294).
8.Een geschrift, zijnde een overzicht van de printlijsten van de Nokia telefoon met IMEI nummer [nummer] (politiedossier strafzaak vanaf dossierpagina 60), dossierpagina 70 (nr. 169).
9.Een geschrift, zijnde een overzicht van de printlijsten van de Nokia telefoon met IMEI nummer [nummer] (politiedossier strafzaak vanaf dossierpagina 60), dossierpagina 73 (nr. 296).
10.Een geschrift, zijnde een overzicht van de printlijsten van de Nokia telefoon met IMEI nummer [nummer] (politiedossier strafzaak vanaf dossierpagina 60), dossierpagina 75 (nr. 386).
11.Het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 8.