ECLI:NL:GHAMS:2019:4888

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2019
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
23-000504-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake medeplegen van opzettelijk handelen in cocaïne en heroïne

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 18 december 2019 in de zaak van een verdachte die in hoger beroep ging tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had op 12 februari 2018 een vonnis uitgesproken in de strafzaak met parketnummer 15-850004-16. De verdachte, geboren in Marokko in 1995, was beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in cocaïne en heroïne. Tijdens de zitting op 4 december 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden en een taakstraf van 130 uren eiste. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar heeft de bewijsmiddelen in het vonnis aangevuld met enkele processtukken. Het hof heeft de beslissing genomen om het vonnis te bevestigen, met inachtneming van de aanvullingen op de bewijsmiddelen. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000504-18
datum uitspraak: 18 december 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 12 februari 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-850004-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1995,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
4 december 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot straffen gelijk aan de door de rechtbank opgelegde straffen: een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf voor de duur van 130 uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 65 dagen hechtenis.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de bewijsmiddelen in het vonnis als volgt aanvult:
  • in voetnoot 5: een proces-verbaal van bevindingen van 6 oktober 2015 (dossierpagina 18), een geschrift, zijnde een kennisgeving van inbeslagneming artikel 94 Wetboek van Strafvordering (dossierpagina’s 140-142) en een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van 2 november 2015 (dossierpagina’s 106-108).
  • in voetnoot 7: een geschrift, zijnde een kennisgeving van in beslagneming (beslagmap, dossierpagina 138).

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. M. Lolkema en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van
mr. M. Gieske, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
18 december 2019.
mr. A. Dantuma-Hieronymus is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]