Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
BESLISSING
mr. N.E.M Keereweer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
6 november 2019.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 september 2015. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrifte, waarbij hij salarisspecificaties en een werkgeversverklaring heeft gebruikt om een hypothecaire geldlening te verkrijgen. Het openbaar ministerie heeft op 10 februari 2016 het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank ingetrokken. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging, omdat er geen strafrechtelijk belang meer zou zijn bij voortzetting van de zaak. De raadsman van de verdachte heeft zich hierbij aangesloten.
Het hof heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat het openbaar ministerie zelf van mening is dat voortzetting van de vervolging niet langer opportuun is. Daarom heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in zijn strafvervolging. Deze beslissing is genomen in het belang van de rechtsgang en de effectiviteit van het strafrecht.
Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak benadrukt het belang van het strafrechtelijk belang bij vervolging en de rol van het openbaar ministerie in het handhaven van de rechtsorde.