Uitspraak
Onderzoek van de zaak
6 november 2019 en 27 november 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
[bedrijf] , op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 november 2009 tot en met 28 oktober 2010 te Amsterdam en/of Lijnden (gemeente Haarlemmermeer), althans in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging,
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 april 2008 tot en met 29 mei 2012, in Amsterdam en/of Lijnden (gemeente Haarlemmermeer), althans in Nederland,
subsidiair
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 3 april 2008 tot en met 29 mei 2012 in de Amsterdam en/of Lijnden (gemeente Haarlemmermeer), althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met één of meerdere anderen, althans alleen, (een) ander(en), waaronder [medeverdachte 1] , welke perso(o)n(en) zich wederrechtelijke toegang tot of verblijf in Nederland heeft/hebben verschaft, (telkens) krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid heeft doen (laten) verrichten,
[bedrijf] , op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 april 2008 tot en met 29 mei 2012 te Amsterdam en/of Lijnden (gemeente Haarlemmermeer), althans in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk een valse of vervalste loonadministratie van [bedrijf] , bestaande uit (een) manurenstat(en) en/of (een) mandagregister(s) en/of (een) arbeidsovereenkomst(en) en/of (een) salarisspecificatie(s) en/of (een) lijst(en) loon overzichten, zijnde (een samenstel van) geschrift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben doen opma(a)kt(en) of vervalst,
Vonnis waarvan beroep
Geldigheid dagvaarding
3 nietig te verklaren. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de tenlastelegging zo algemeen is gesteld en zo weinig concreet is ingevuld met feitelijke omschrijvingen van de gedragingen waaraan de verdachte zich zou hebben schuldig gemaakt, dat het de verdachte niet duidelijk is waartegen hij zich dient te verdedigen.
Vrijspraak
Bewezenverklaring
[bedrijf] , op tijdstippen in de periode van 13 november 2009 tot en met 28 oktober 2010 in Nederland, een geschrift, te weten,
[bedrijf] , op tijdstippen in de periode van 3 april 2008 tot en met 29 mei 2012 in Nederland, opzettelijk een valse of vervalste loonadministratie van [bedrijf] , bestaande uit
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
17 september 2015 eindvonnis gewezen. Vervolgens is door de verdediging op 17 september 2015 direct hoger beroep ingesteld. In hoger beroep is de zaak afgerond met een eindbeslissing op 27 november 2019.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.