ECLI:NL:GHAMS:2019:476

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 februari 2019
Publicatiedatum
20 februari 2019
Zaaknummer
200.150.745/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake kostenveroordeling in bevoegdheidsincident met betrekking tot aandelenoverdracht

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 19 februari 2019 een herstelarrest uitgesproken. De zaak betreft een geschil tussen eiser [A] en gedaagde [B] over de overdracht van aandelen in de besloten vennootschap Sirowa International Holding B.V. Eiser [A] heeft in een eerdere procedure, die leidde tot een arrest op 5 februari 2019, een kostenveroordeling tegen gedaagde [B] verkregen. Echter, de Ondernemingskamer constateerde dat in het dictum van het arrest van 5 februari 2019 een kennelijke fout was gemaakt met betrekking tot de kostenveroordeling. De kosten waren ten onrechte aan de zijde van gedaagde [B] begroot, terwijl dit aan de zijde van eiser [A] had moeten zijn.

De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over deze kennelijke schrijffout. Beide advocaten hebben bevestigd dat er inderdaad sprake was van een vergissing die eenvoudig te herstellen was. In het herstelarrest is de fout gecorrigeerd, en is het dictum aangepast zodat het nu correct de kostenveroordeling aan de zijde van eiser [A] vermeldt. Daarnaast zijn de voorwaarden voor de overdracht van de aandelen en de bijbehorende kosten opnieuw vastgesteld.

De Ondernemingskamer heeft in haar beslissing de voorwaarden voor de overdracht van de aandelen, de prijs per aandeel, en de kosten van het deskundigenbericht vastgelegd. Tevens is bepaald dat de kosten van de procedure aan de zijde van eiser [A] en gedaagde [B] worden vergoed, en is het arrest uitvoerbaar bij voorraad verklaard onder bepaalde voorwaarden.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.150.745/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 19 februari 2019
inzake
[A],
wonende te [....] ,
EISER,
advocaat:
mr. P.J. de Jong Schouwenburg, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
[B],
wonende te [....] ,
GEDAAGDE,
advocaat:
mr. S. Mol, kantoorhoudende te Utrecht.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Hierna zal eiseres worden aangeduid als [A] , gedaagde als [B] en Sirowa International Holding B.V. als Sirowa.
1.2 Voor het eerdere verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar tussenarresten in deze zaak van 23 december 2014, 5 en 26 juli 2016 en het eindarrest van 5 februari 2019.
1.3 De Ondernemingskamer heeft ambtshalve geconstateerd dat de kostenveroordeling in het bevoegdheidsincident in het arrest van 5 februari 2019 een verschrijving bevat.
1.4 De Ondernemingskamer heeft, alvorens tot herstel over te gaan, partijen in de gelegenheid gesteld zich hierover uit te laten.
1.5 Mrs. Kamerbeek (kantoorgenoot van mr. De Jong Schouwenburg) en Mol hebben bij afzonderlijke e-mails van 14 februari 2019 de Ondernemingskamer bericht dat sprake lijkt te zijn van een kennelijke schrijffout die zich voor eenvoudig herstel leent.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer constateert dat waar in het dictum van haar arrest van 5 februari 2019 staat “veroordeelt [B] in de kosten van het bevoegdheidsincident, tot op heden aan de zijde van [B] begroot op € 537” dit had moeten zijn “veroordeelt [B] in de kosten van het bevoegdheidsincident, tot op heden aan de zijde van [A] begroot op € 537”. Deze kennelijke fout leent zich voor eenvoudig herstel op de voet van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verbetert haar in de onderhavige zaak op 5 februari 2019 uitgesproken arrest aldus dat het dictum komt te luiden:
“De Ondernemingskamer
veroordeelt [B] het onbezwaarde recht op de door hem gehouden aandelen het geplaatste kapitaal van de besloten vennootschap Sirowa International Holding B.V. aan [A] over te dragen;
stelt de prijs van de over te dragen aandelen vast per 5 juli 2016 en wel op € 142,10 per aandeel;
bepaalt dat die prijs, zolang en voor zover deze niet is betaald, wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2016 tot de dag van de overdracht of de dag van consignatie van de prijs met rente overeenkomstig artikel 2:201a BW;
bepaalt dat uitkeringen, in laatstbedoeld tijdvak op de gewone aandelen betaalbaar gesteld, tot gedeeltelijke betaling van de prijs op de dag van betaalbaarstelling strekken;
veroordeelt [A] de vastgestelde prijs, met rente zoals vermeld, te betalen aan [B] tegen levering van het onbezwaarde recht op de aandelen;
stelt de kosten van het deskundigenbericht vast op € 45.707,50 (exclusief btw) en bepaalt dat deze kosten ten laste komen van [A] ;
veroordeelt [A] in de kosten van de procedure (hoofdzaak), tot op heden aan de zijde van [B] begroot op € 3.926;
veroordeelt [B] in de kosten van het bevoegdheidsincident, tot op heden aan de zijde van [A] begroot op € 537;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad onder de voorwaarde dat [B] zekerheid stelt voor een bedrag van € 360.000;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.”
Dit arrest is gewezen door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en drs. J.S.T. Tiemstra RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2019.