In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van een vrouw om met haar kinderen naar Spanje te verhuizen en om een internationale zorgregeling vast te stellen. De vrouw, die in Spanje is geboren, heeft aangegeven dat zij terug wil naar haar geboorteland vanwege persoonlijke omstandigheden en een gebrek aan netwerk in Nederland. De man, de vader van de kinderen, heeft bezwaar gemaakt tegen de verhuizing, omdat dit de zorgregeling en het contact met de kinderen zou beïnvloeden. Het hof heeft in zijn overwegingen het belang van de kinderen vooropgesteld en geconcludeerd dat de verhuizing naar Spanje niet in hun belang is. De kinderen zijn geboren en getogen in Nederland en hebben recht op een zorgregeling waarbij beide ouders betrokken zijn. De vrouw heeft niet aangetoond dat er een noodzaak is voor de verhuizing, en het hof heeft vastgesteld dat de belangen van de man en de kinderen zwaarder wegen dan die van de vrouw. De verzoeken van de vrouw zijn afgewezen, en de zorgregeling is vastgesteld zodat de kinderen om de week bij de man en de vrouw verblijven, met een regeling voor contactmomenten tijdens de week.